Dawaco Grondwater
Completed
Dawaco Grondwater- Algemeen
214 Views •Dawaco Grondwater - Meetpunten, onderhoud en boorbeschrijvingen
349 Views •Dawaco Grondwater - Grondwaterkwaliteit
319 Views •Dawaco Grondwater - Meteorologie
313 Views •Dawaco Grondwater - Communicatie BRO
400 Views •Dawaco Grondwater - Grondwaterstanden
381 Views •Dawaco Grondwater - Communicatie BRO
400 Views •Dawaco Grondwater - Grondwaterstanden
381 Views •Dawaco Grondwater - Meetpunten, onderhoud en boorbeschrijvingen
349 Views •Dawaco Grondwater - Grondwaterkwaliteit
319 Views •Dawaco Grondwater - Meteorologie
313 Views •Dawaco Grondwater- Algemeen
214 Views •Dawaco Grondwater - Grondwaterkwaliteit
Solution home | Dawaco Grondwater | Werken met Dawaco Grondwater
Dawaco Grondwater - Grondwaterkwaliteit
Modified on: Wed, 16 Jun, 2021 at 4:49 PM
Introductie
Dit document behoort tot het informatiesysteem voor meetnetten Dawaco. De functie van dit document is om de eindgebruiker snel te laten starten met het gebruik van Dawaco. In de serie “Werken met Dawaco” zijn beschikbaar:
Onderwerp | Waterbedrijven | Provincies | Waterschappen |
Ja | Ja | Ja | |
Ja | Ja | Ja | |
Ja | Ja | Ja | |
Grondwaterkwaliteit | Ja | Ja | Nee |
Ja | Ja | Ja | |
Communicatie BRO | I.O. | Ja | I.O |
Meetpuntkenmerken | I.O. | Ja | Ja |
Dit document beschrijft de module grondwaterkwaliteit van Dawaco.
Opmerkingen:
- Dit document is een algemene beschrijving van het werken met Dawaco. Daarom kunnen schermen afwijken.
Onderwerpen
- Introductie
- Onderwerpen
- Algemene beschrijving
- Bestandstructuur en opties
- Invoer
- Import / export
- Uitvoer
Algemene beschrijving
Inleiding
De module grondwaterkwaliteit verzorgt de invoer, import en presentatie van de grondwaterkwaliteit gegevens. De metingen worden per filter, monster en parameter opgeslagen in de basiseenheid van de parameter.
Parameterinformatie
Naast het parameternummer, naam en basiseenheid bestaat de parameterinformatie uit 2 alternatieve eenheden (eenheid2 en eenheid3) met een vaste omrekeningsfactor (factor2 en factor3), een verkorte naam (afkorting), Cluster aanduiding, type afronding van de getallen, een synoniem en het CAS-nummer van de parameter. Er is ook een optie aanwezig voor aangeven van BRO en Aquo gegevens zoals ID, naam, hoedanigheid, eenheid, factor, veldparameter (j/n)
Classificaties
De gebruiker is vrij om een onbeperkt aantal classificaties aan te maken. De identificatie van de classificatie bestaat uit de code en naam van de classificatie, de namen van de maximaal 5 klassen en de kleur van de klasse. De specificatie wordt gevormd door de toegekende parameters en de grenzen van de klassen.
Een bijzondere vorm van de classificatie zijn de classificaties, die gebruikt worden voor de validatie. Deze hebben altijd 2 klassen: correcte en verdacht. De correcte klasse kent zowel een onder- als bovengrens.
Monsters en metingen
De metingen worden per filter, monster en parameter opgeslagen.
Voor de monsters kan naast het filternummer en de datum van monstername, de LIMS-code, de code die het laboratorium aan het monster heeft gegeven, worden opgeslagen.
Een meting bestaat uit de monstercode, het parameternummer, het detectieteken, < of >, en de rapportagewaarde. De rapportagewaarde is in principe de waarde, die door het laboratorium wordt gerapporteerd. Meetwaarden worden niet verwerkt. Optioneel kan ook het meetvoorschrift van het laboratorium worden verwerkt.
Import van metingen
Metingen kunnen zowel in lijst als in matrix formaat worden aangeboden in CSV-bestanden. Bij een matrix wordt horizontaal de parameters aangeboden en verticaal de monsteridentificatie (meetpuntcode, filternummer en datum van monstername). In het lijst formaat wordt per regel een meting aangeboden.
Dit formaat heeft de voorkeur omdat opmerkingen over de meting en het meetvoorschrift in het formaat kan worden opgenomen.
Met name als de metingen door verschillende laboratoria worden aangeleverd, of van TNO worden betrokken, is de toekenning van parameters vaak een uitdaging. Per laboratorium kan een conversietabel worden aangemaakt, waarin de aangeleverde naam of code van de analysemethode wordt gekoppeld aan de Dawaco parameter. Hierbij kan ook een omrekeningsfactor worden opgegeven, waardoor de geïmporteerde metingen van bijvoorbeeld mg/l naar µg/l wordt omgerekend of van mg NO3/l naar mg N/l.
Een ander probleem doet zich voor bij de monsterpunten. Dawaco vereist een meetpuntcode en filternummer. Omdat een aantal laboratoria alleen monsterpuntcodes kunnen leveren is er ook een monsterpuntconversietabel beschikbaar. Hierin worden de monsterpuntcodes van het laboratorium omgezet naar meetpuntcodes en filternummers.
Validatie
Dawaco is uitgerust met robuuste validatie functionaliteit. Deze voldoet aan de in een aantal protocollen beschreven validatieprocedures.
De validatiefunctionaliteit is gericht op het detecteren van afwijkende metingen, die ontstaan door filterverwisselingen, eenheidsconversiefouten en verdunningsfouten in het laboratorium. De validatie is niet gericht op het verklaren van afwijkend geo-chemisch gedrag. Dit wordt overgelaten aan de gebruiker.
Uitgangspunt is dat Dawaco uitzonderingen detecteert en onder de aandacht brengt van de gebruiker. Deze beslist of de meting betrouwbaar is.
De validatiefunctionaliteit kent 5 opties:
- Coördinaten en diepte
Het wordt aangeraden om in het veld zowel de coördinaten met GPS te bepalen als de diepte van het filter. Deze 3 veldparameters behoren bij het monster verwerkt bij voorkeur door het laboratorium, conform de meting van de zuurgraad en de geleidbaarheid. Deze parameters worden met het monster geïmporteerd. Hiervoor is in de parameter lijst wel een parameter nodig voor x-coördinaat, y-coördinaat en diepte.
De validatieoptie controleert de veldwaarden van de coördinaten en diepte van het filter met de in Dawaco opgeslagen coördinaten van het meetpunt en de onderkant van het filter.
- Eenheden
Het kan zijn dat de rapportage eenheid van het laboratorium wijzigt of dat de eenheid of factor bij het importeren foutief is. De eenheden validatie bepaald per parameter het gemiddelde van alle meetwaarden per jaar. Jaren met foute eenheden kunnen hierdoor per parameter opgespoord worden (bijvoorbeeld door afwijkend gemiddelde met een factor 1000 door eenheid mg/l ipv µg/l.
- Bereikcontrole per filter
De validatieoptie ‘bereikcontrole per filter’ controleert de geïmporteerde metingen ten opzicht een classificatie. Metingen binnen de grens worden aangeduid als “correct” en buiten de grens met “verdacht”. Ook kan hiermee de betrouwbaarheid aangepast worden.
- Ionenbalans
De ionenbalans is op verzoek toegevoegd. Fouten in de ionenbalans worden echter veroorzaakt door onvolledigheid van de meetwaarden, lage concentraties of foutieve metingen. De validatieprocedure behoort echter gericht te zijn op foutieve metingen in het laboratorium.
Betrouwbaarheid
Per meting wordt aangegeven of de meting betrouwbaar of onbetrouwbaar is. De derde status is ‘niet gevalideerd’. In de normale werkprocedure krijgen de geïmporteerde metingen de status ‘niet gevalideerd’ (keuze gebruiker). In de validatieprocedure kunnen afwijkende metingen de status ‘onbetrouwbaar’ krijgen. De overige metingen worden in de procedure op ‘betrouwbaar’ gesteld.
In de toonfunctie kan de betrouwbaarheid met een kleur worden weergegeven. In rapportages vormt de betrouwbaarheid een selectiecriterium zoals in onderstaande figuur is weergegeven.
Figuur 1: Betrouwbaarheid is een selectiecriterium bij rapportages
Berekende parameters
Berekende parameters zijn bijvoorbeeld de pH-Veld/pH-lab en Egv-Veld/Egv-lab, maar ook NO3/N-totaal. Bijzondere berekende parameters zijn de som van de kationen, som van de anionen, de fout in de ionenbalans en de IR-ratio.
Berekende parameters worden als normale parameters in de parametertabel gedefinieerd en opgeslagen als meting. Hierdoor kunnen zij ook opgenomen worden in de validatieprocedure. Zo behoort de pH-Veld/pH-lab tussen de 0.8 en 1.2 te liggen en de fout in de ionenbalans tussen de 0 en 20%.
Dawaco beschikt over functionaliteit om berekende parameters aan te maken en de berekeningen uit te voeren.
Bestandstructuur en opties
Structuur
De bestandstructuur is in Figuur 2 in een diagram weergegeven:
Figuur 2: Structuurdiagram
Inhoud van de bestanden
Bestand | Inhoud |
Monsters | De monstergegevens van de metingen. |
Metingen | De metinggegevens. |
Metingen-Tonen | Voor de performance wordt deze tabel automatisch onderhouden. Het bevat per record het filter- en parameternummer en 60 metingen. |
Parameters | De parameterinformatie. |
Groep-Id | Identificatie van parametergroepen. |
Groep-Sp | De parameter van de parametergroepen. |
Classificatie-Id | Identificatie van een classificatie. |
Classificatie-Sp | De parameters en de grenswaarden. |
Lab_Id | Identificatie van een laboratorium. |
Lab_Sp | De koppeling van analysemethoden en Dawaco parameters voor het laboratorium. |
Meetvoorschriften | De code en toelichting van meetvoorschriften. |
Menuopties
Invoer – Meetpunten-Grondwaterkwaliteit
Parameters | Invoeren en onderhouden van de parametertabel. |
Parametergroepen | Samenstellen van parametergroepen. |
Classificaties | Samenstellen van classificaties. |
Berekende parameters | Samenstellen en berekenen van berekende parameters. |
Metingen | Invoer van monster- en metinggegevens. |
Validatie | Validatie van grondwaterkwaliteitgegevens. |
Import – CSV-Import grondwaterkwaliteit
Tab | Functionaliteit |
Lab.methoden | Onderhoud van de conversietabel laboratorium – methoden. |
Lab.monsterpunten | Onderhoud van de conversietabel laboratorium – monsterpunten. |
Meetvoorschriften | Onderhoud van de codetabel meetvoorschriften. |
Metingen-Lijst | Import van metingen in csv-bestanden – Lijstformaat. |
Metingen-Matrix | Import van metingen in csv-bestanden – Matrixformaat. |
Monsters | Import van monstergegevens. |
Uitvoer - Tonen
Tab | Functionaliteit |
Grondwaterkwaliteit | Tonen van de grondwaterkwaliteit. |
Uitvoer – Rapportages
Tab | Functionaliteit |
Grondwaterkwaliteit | Rapporteren van de grondwaterkwaliteit. |
Invoer
Inleiding
De invoer van gegevens is ondergebracht in de volgende menuopties:
- Parameters.
- Parametergroepen.
- Classificaties.
- Berekende parameters.
- Metingen
- Validatie
Parameters
Functie: onderhoud van de parametertabel.
Figuur 3: Invoerscherm parameters(klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Export | Exporteert de parametertabel. |
Import | Importeert een CSV-bestand met parametergegevens (bijvoorbeeld nieuwe stoffen of de CAS-nummers van stoffen). Opmerking: Als een groep nieuwe parameters wordt geïmporteerd, dan hoeven niet alle parameternummers uitgeschreven te worden. Lege parameternummers worden door Dawaco automatisch aangemaakt als de laatst gelezen + 1. Voorbeeld: de honderd nieuwe stoffen worden geïmporteerd. Zij krijgen het parameternummer 500 en hoger. Door alleen het parameternummer 500 voor de eerste stof op te geven, wordt het parameternummer van opvolgende stoffen 501, 502, enz. |
Clusters | Geeft scherm voor toevoegen of bewerken van Clusters. |
Print Exp | Exporteert het printnummer, parameternummer, naam en eenheid van de parameters. |
Print imp | Importeert het printnummer bij de opgegeven parameternummers. Ontbrekende printnummers worden automatisch verhoogd. |
BRO parameters | Geeft een pop-up met de BRO parameters met BRO Id, parameternaam, AquoCode, Aspect, Cas nummer en Eenheid. |
Opmerkingen:
Parameternummer
Het parameternummer mag worden gewijzigd. Dit moet ook gedaan worden in de bestandenMetingenenMetingen-Tonenwaardoor het proces enige tijd kost.
Verwijderen van parameters
Als een parameter wordt verwijderd, dan worden ook alle metingen van de parameter verwijderd. De gebruiker wordt hiervoor gewaarschuwd.
Naam en afkorting
Voorbeeld: natrium en Na. Een afkorting is niet noodzakelijk.
Eenheid
Eenheid 1 is de basiseenheid, waarin de metingen zijn opgeslagen.
Eenheid 2 en 3 worden gebruikt in rapportages en import.
- Eenheid 2
Deze eenheid wordt veelal gebruikt voor de omrekening van mg/l naar µg/l of mg NO3/l naar mg N/l. - Eenheid 3
Voor eenheid 3 wordt meestal meq/l gebruikt voor de parameters van de ionenbalans.
Tijdens een import wordt de gelezen waarde vermenigvuldigd met de opgegeven factor.
Tijdens rapportages wordt de meting gedeeld door de opgegeven factor.
Voorbeeld:
- Basiseenheid is mg/l.
- Eenheid 2 is µg/l.
- Factor 2 is 0,001.
Afronding
Afronding van de meetwaarden in rapportages:
0 = 3 significante cijfers 0.745, 7.45, 74.5 en 745000.
1 = 4 significante cijfers 0.7452, 7.452, 74,52 en 745200.
2 = Gehele getallen 0, 7, 75 en 745000.
3 = Geen afronding 745217.4623.
Cas-nummer
Het CAS-nummer van de metingen.
Dit is een unieke numerieke identifiër voor chemische elementen (Chemical Abstracs Service)
Synoniem
Een synoniem van de parameter. Dit mogen bijvoorbeeld de IdsW of TNO-codering zijn, maar ook de Engelse schrijfwijze van de parameter.
Printnummers:
Wat is een printnummer
Printnummers bepalen de volgorde van rapportage in bijvoorbeeld de rapportageoptie per monster. De metingen worden gerapporteerd in de volgorde van het printnummer.
Gebruik
Stel de parameternummer is uitgegeven in groepen:
- Veldmetingen vanaf 1.
- Hoofdelementen vanaf 10.
- Zware metalen vanaf 100.
- Pesticiden vanaf 300.
- Medicijnen vanaf 500.
- Nieuwe stoffen vanaf 700.
Binnen de groep zijn de parameters keurig op naam gesorteerd. Als er nu een zwaar metaal wordt toegevoegd, dan komt deze onderaan de lijst met zware metalen. Het printnummer zorgt ervoor dat het metaal alfabetisch wordt afgedrukt.
Werkwijze
- Klik op Print Exp.
- Zet in Excel de parameters in de gewenste volgorde. Voorbeeld van toegevoegde zware metaal:
- Verwijder alle parameters behalve de zware metalen,
- Sorteer deze op naam en
- Geef het eerste metaal printnummer 100.
- De andere printnummer mogen worden verwijderd.
- Klik op “Print Imp”
- Importeer het bestand.
Parametergroepen
Functie: samenstellen en onderhouden van parametergroepen.
Figuur 4: Invoerscherm parametergroepen(klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
> | Voegt de actieve parameter toe aan de groep. |
-> | Voegt de actieve parameter in voor de actieve parameter van de groep. |
< | Verwijderd de actieve parameter uit de groep. |
Eenheid | Wijzigt de eenheid van de actieve parameter in de groep van de basiseenheid naar eenheid 2 of eenheid 3. |
Export | Exporteert de parameters van de actieve groep. |
Import | Importeert de parameters vanuit een csv-bestand. |
Bewaar | Bewaard de uitgevoerde wijzigingen. |
Annuleer | Wist het scherm. De bewaarfunctie wordt niet uitgevoerd. |
Opmerkingen:
Gebruik
Parametergroepen worden gebruikt tijdens:
- De rapportage per parametergroep.
- De import van grondwaterkwaliteitsgegevens in matrix formaat.
Bewaar
In de lijst mogen allerlei wijzigingen worden aangebracht. Deze worden pas bewaard als op de “Bewaar”knop wordt geklikt.
Volgorde
De volgorde van selectie bepaalt de volgorde van de parameters in de groep. De printnummers van de parameters worden hierbij genegeerd.
Eenheid
Per parameter kan worden aangeven of de basiseenheid of eenheid 2 of 3 moet worden gebruikt. In het laatste geval moet de eenheid en de bijbehorende factor bekend zijn in de tabel “Parameters”.
Export / Import
De volgorde van de parameters in de groep kan binnen Excel worden aangemaakt via een export/import. Bij de import worden eerst de bestaande parametersVERWIJDERD!.
Classificaties
Functie: aanmaken en onderhouden van classificaties.
Figuur 5: Invoerscherm classificaties(klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Beschrijving
Een classificatie bestaat uit de identificatie, code en naam, het aantal klassen en de naam en kleur van de klassen.
De specificatie bestaat uit de parameters en de bovengrenzen van de klassen.
Gebruik
Classificatie worden gebruikt bij het tonen en rapporteren van metingen. ZieFiguur 5.
Speciaal gebruik
Een classificatie mag aangemaakt worden voor het gebruik bij validatie. Er zijn dan 2 klassen: correct en verdacht. De grenzen per parameter bestaan uit een onder- en bovengrens van de klasse “correct”. Zie Figuur 6.
Toevoegen van parameters
De functie van de knopVoeg toetoont de parameterlijst. Hieruit kan een onbeperkt aantal parameters worden geselecteerd.
De grenswaarden moeten daarna worden ingevoerd.
De berekenfunctie
De berekenfunctie wordt gebruikt om de minimale en maximale grens van parameters te berekenen. De functie is alleen beschikbaar voor classificaties van het typeGebruikt voor validatie.
De berekenfunctie toont in een pop-up scherm de meetpunt- en filterselecties en vraagt een periode op. Daarnaast wordt het minimaal aantal beschikbare metingen opgevraagd en een factor.
De berekening van de grenzen vindt plaats op basis van percentielwaarden, volgens:
- Ondergrens = P50 – (P50 – P10 * Factor).
- Bovengrens = P50 + (P90 – P50 * Factor).
De ondergrens wordt gelijkgesteld aan de laagste detectiewaarde.
Een ondergrens kleiner dan 0 wordt gelijkgesteld aan 0.
Figuur 6: Invoerscherm classificatie - Gebruik voor validatie(klik om te vergroten)
Berekende parameters
Functie: samenstellen en berekenen van berekende parameters.
Figuur 7: Berekende parameters - Uitvoeren berekeningen (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Definitie
Berekende parameters zijn parameters waarvan de waarde wordt berekend uit andere parameters. Hierbij kan gedacht worden aan de verhouding tussen pH-Veld/pH-Lab of NO3/N-Tot.
Er zijn twee bijzondere berekende parameters:
De fout in de ionenbalans en de afgeleide parameters Som kationen en Som anionen en de ionenratio.
Functionaliteit
De menuopties heeft functionaliteit om:
- Bereken
De gedefinieerde of aangepaste berekende parameters te berekenen. - Instellen berekende parameters
Parameters te definiëren. - Instellen ionenbalans
De bijzondere berekende parameter ionenbalans in te stellen. - Instellen ionenratio
De bijzondere berekende parameter ionenratio (IR-ratio) in te stellen.
Gebruik
Normaal gesproken worden de berekende parameters direct bij de import van de gegevens berekend, waardoor zij in devalidatieprocedures kunnen worden gebruikt.
Als de berekende parameters zijn aangepast of als tijdens de import de berekening niet is uitgevoerd, dan kan deze optie worden gebruikt.
Werkprocedure
- Vink de gewenste parameters aan.
- Selecteer de periode.
- Klik opStart.
Figuur 8: Berekende parameters - Instellen berekende parameters(klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Voeg toe | Toevoegen van een nieuwe berekende parameter. |
Wijzig | Wijzigen van de actieve berekende parameter. |
Verwijder | Verwijderen van de actieve berekende parameter. Let op: De doelparameter en de waarden worden niet verwijderd. Alleen de definitie. |
Opmerkingen:
Doelparameter
De berekende waarde wordt opgeslagen bij de doelparameter. Deze moet opgenomen zijn in de parameterlijst.
Werkprocedure
- Klik opVoeg toeom een nieuwe parameter te definiëren.
- Klik opWijzigom de actieve parameter aan te passen.
- Voer in de popup de doelparameter en de twee bronparameters in. Eventueel kan er nog een factor worden ingevoerd. Bijvoorbeeld: pH-Veld/pH-Lab in %. Dan factor voor pH-Veld = 0.01.
- Klik opBewaar.
Betrouwbaarheid
Als één van de bronparameters de status “onbetrouwbaar”heeft, dan krijgt de doelparameter ook de status “onbetrouwbaar”.
Als één van de bronparameters nog niet gevalideerd is, dan krijgt de doelparameter de status “niet gevalideerd”.
Als beide bronparameters de status “betrouwbaar”hebben, dan krijgt de doelparameter ook de status
“betrouwbaar”.
Detectielimiet
6 / 3 = 2.
<6 / 3 = <2.
6 / <3 = >2.
<6 / <3 = Niet berekenbaar.
Figuur 9: Berekende parameters - Instellen ionenbalans (klik om te vergroten)
Opmerkingen
Wiskunde
De ionenbalans wordt berekend als:
Abs(Som(Kat) – Som(An)) / (Som(Kat)+Som(An)) * 100).
Waarin:
- Abs = Absolute waarde.
- Som(Kat) = Som van de kationen.
- Som(An) = Som van de anionen.
Kationen en anionen
Werkprocedure:
- Klik op Voeg toe.
- Selecteerde gewenste parameters in het popup-scherm.
- Sluitde popup-scherm.
Verondersteld wordt dat voor de parameters de tweede eenheid is gedefinieerd als meq/l!
Kationen en anionen verplicht
Selecteer de parameters, die minimaal aanwezig moeten zijn. De optie is opgenomen om te voorkomen, dat de ionenbalans wordt berekend voor monsters, waarvoor bijvoorbeeld alleen chloride is bepaald. In dit geval is wordt bijvoorbeeld de parameter calcium verplicht gesteld.
Parameters
De parameters voor de fout in de ionenbalans, de som van de kationen en de som van de anionen moet opgenomen zijn in de parameterlijst.
Figuur 10: Berekende parameters - Instellen IR-ratio (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Bewaar | Bewaart de instellingen. |
Opmerkingen:
Wiskunde
IR-ratio = Ca / (Ca + Cl).
Waarin:
Ca = de meetwaarde van calcium uitgedrukt in meq/l.
Cl = de meetwaarde van chloride uitgedrukt in meq/l.
Parameters
De parameter IR-ratio moet opgenomen zijn in de parameterlijst en voor de parameters calcium en chloride moet de tweede eenheid gedefinieerd zijn als meq/l.
Metingen
Functie: invoeren en wijzigen van de monster- en metingen gegevens.
Figuur 6: Invoerscherm meetpuntgroepen(klik om te vergroten)
Validatie
Functie: valideren van metingen.
Figuur 12: Selectiescherm validatie (klik om te vergroten)
Opmerkingen doel en gebruik:
Optie: Coördinaten en diepte
Als tijdens de monstername de coördinaten met een GPS worden bepaald en de diepte wordt ingemeten, dan kunnen deze waarden als veldmetingen meegegeven worden aan het monster. Het laboratorium rapporteert deze veldmetingen.
Tijdens de import worden de coördinaten als normale parameters geïmporteerd en zijn daarmee een onderdeel van het monster.
Tijdens de validatieoptieCoördinaten en diepteworden deze veldmetingen vergeleken met de coördinaten van het meetpunt en de diepte van het filter. Te grote afwijkingen duidt op een monsterverwisseling.
Optie: Eenheden
In een classificatie kan het verwachte minimum en maximum per parameter worden vastgelegd.
De validatieoptieEenhedencontroleert of de geïmporteerde metingen binnen dit bereik liggen.
Als de metingen een factor 1000 buiten het bereik liggen, dan duidt dit op een mg/l - µg/l fout in de eenheden.
Optie: Bereikcontrole per filter
Voor de parameters met een historie, zoals de macro’s en zware metalen, is de validatieoptie Bereikcontrole per filter toepasbaar. Per filter en parameter wordt op basis van aangeven minimale en maximale grens van de classificatie een oordeel gegeven. Filters met parameters buiten het bereik krijgen het oordeel veracht en worden rood weergeven. In het validatiescherm kan de gebruiker de betrouwbaarheid per parameter handmatig aanpassen of met de “auto correct” optie aanpassen.
Optie: Ionenbalans
De optie “Ionenbalans”is wordt van oudsher gebruikt om de onderlinge verhoudging van een aantal macro´s te controleren. Afwijkingen in de ionenbalans worden veroorzaakt door:
- Lage concentraties van de macro’s.
- Niet in evenwicht zijn van de macro’s door de monstername.
- Onvolledige analyse van de parameters (HCO3ontbreekt).
- Fouten in de monstername of in het laboratorium.
Hoge waarden (>20%) van de fout in de ionenbalans duidt dus niet altijd op fouten in de rapportagewaarden.
Opmerkingen selecties:
Algemene selectie
De algemene selectie bestaat uit:
- Meetpuntselectie.
- Filterselectie.
- Periode (het afgelopen of huidige jaar).
- De toegelaten betrouwbaarheid (meestal alleen “niet gevalideerd”).
Daarnaast zijn er per optie nog aanvullende selecties.
Optie: Coördinaten en diepte
De parameters waarin de 3 coördinaten zijn opgeslagen.
Optie: Eenheden
De gewenste classificatie. Deze moet van het type “Gebruikt voor validatie”zijn.
Optie: Ionenbalans
Via de drukknop Instellingen kan aangegeven worden onder welke parameternummer de ionenbalans bekend is. Dit geldt ook voor de pH en Egv parameters (Veld, Lab en Veld/Lab waarde.
Ook het toelaatbare bereik voor correcte metingen kan worden aangegeven. Zie figuur 13 hieronder.
Figuur 13: Instellen parameter en toegelaten fouten bij validatie op ionenbalans
Figuur 14: Validatieoptie coördinaten en diepte (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Doel
Detectie van monsterverwisseling.
Grenzen
De maximaal toelaatbare fout in de coördinaat is 5 meter.
De maximaal toelaatbare fout in de diepte is 2 meter.
Weergave
Per monster worden de afstanden en diepten bepaald en weergegeven.
Verplaatsen van monster
Als er een duidelijke monsterverwisseling heeft plaatsgevonden, dan kan het monster worden verplaatst naar een ander filter (in figuur 14 is het monster van filter 1 en 2 van meetpunt ZTEST01 verwisseld).
Werkprocedure:
- Selecteer het monster, dat verplaatst moet worden in de lijst.
- Klik op Verplaats.
Bij een verwisseling:
- Selecteer het tweede monster in de lijst.
- Klik op de knop <<.
- Klik op “Bewaar”.
Bij toekenning aan ander filter buiten de lijst:
- Voer het correctie meetpunt en filter in.
- Klik op “Bewaar”.
Opmerking
Noteer dat in het aangeleverde bestand en in het laboratorium de verwisseling nog steeds bestaat. De verwisseling moet dan ook worden doorgegeven.
Figuur 15: Validatieoptie eenheden (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Export | De berekende gemiddeldes per parameter per jaar kunnen worden geëxporteerd (inclusief aantal metingen per jaar). |
Opmerkingen:
Doel
Opsporen van systematische fouten in het heden.
Weergave
Per parameter is het gemiddelde per jaar aangegeven in tabel en in de grafiek ernaast.
In de tabel wordt eveneens het verschil met voorgaande jaar aangegeven.
Validatie - Bereikcontrole per filter
Figuur 16: Validatieoptie Bereikcontrole per filter (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Herstel | Als bij de validatie een fout wordt gemaakt, dan kan deze worden hersteld met deze functie. De laatste of alle wijzigingen kunnen worden hersteld. De functie is mogelijk totdat naar een ander filter wordt gesprongen. |
Opmerking | Biedt de mogelijkheid om een opmerking bij de meting te plaatsen. |
Gezien | Sluit het scherm. |
Export | De functie exporteert optioneel “Alle” of “Alle verdachte” metingen. |
Auto-correct | Stelt alle metingen met status “Niet gevalideerd” op “Betrouwbaar” of Stelt alle Verdachte metingen op “Onbetrouwbaar” en Correcte metingen op “Betrouwbaar”. |
Opmerkingen:
Doel
Detecteren monsters boven de grenswaarde van een classificatie.
Weergave
Lijst met filters
- In de lijst met filters wordt het aantalCorrecte(groen),Verdachte(rood) enNiet toetsbareparameters (grijs) weergegeven.
- Met behulp vanWeergave optieskan de volledige lijst of alleen de lijst met minimaal 1 verdachte parameter worden weergegeven.
Lijst met Parameters
- In de lijst worden de parameters en metingen weergegeven.
- De huidige betrouwbaarheid en het oordeel zijn in kleur weergegeven.
- Met behulp van Weergave opties kan de volledige lijst of alleen de verdachte metingen worden weergegeven.
Figuur
- In het figuur wordt de tijdlijn van de actieve parameter weergegeven.
- Tijdlijn vanaf
Het beginjaar van de weergave kan worden aangepast. Er vindt dan geen herberekening van de grenzen plaats. - Alle
DeAlleoptie geeft voor alle parameters de tijdlijn weer. Hierbij worden de metingen genormaliseerd naar een bereik tussen de 0 en 100 procent. De optie geeft inzicht of 1 parameter een uitbijter heeft of dat dit voor alle parameters geldt. Dit laatste is een indicatie voor een monsterverwisseling. In figuur 17 is zichtbaar, dat alleen calcium een verhoging geeft.
Werkprocedure
Over het algemeen wordt de volgende werkprocedure gebruikt:
- De metingen hebben de betrouwbaarheidsstatusNiet gevalideerd.
- Beoordeeld wordt welke metingen onbetrouwbaar zijn. De status van deze meting wordt opOnbetrouwbaargesteld.
- De overige metingen worden met deAuto correctfunctie in één keer opBetrouwbaargesteld.
Validatie
De betrouwbaarheid kan worden gewijzigd met de volgende procedure:
- Selecteer de gewenste betrouwbaarheid (meestalOnbetrouwbaar)
- Selecteer de gewenste Per: (meestalPer meting)
- Selecteer de gewenste meting.
- De betrouwbaarheid wordt direct gewijzigd.
Validatie - Ionenbalans
Figuur 19: Validatieoptie ionenbalans (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Export | De functie exporteert de gegevens. |
Opmerkingen:
Doel
Controleren van de macro´s en de verhouding tussen de veld- en lab. waarden van de pH en Egv.
Weergave
Resultaten
- Per filter wordt weergegeven.
- De fout in de ionenbalans.
- De waarden van de parameter pH-Veld/pH-Lab.
- De waarden van de parameter Egv-Veld/Egv-Lab.
Kationen en Anionen
- De waarde van de kationen en anionen in meq/l.
pH en Egv
- De waarden voor de pH-Veld, pH-Lab, Egv-Veld en Egv-Lab.
De lijst met resultaten kan gesorteerd worden op elke kolom door in de kop van de kolom te klikken.
Validatie
In deze optie is geen validatie mogelijk.
Import / export
Inleiding
De volgende importopties zijn beschikbaar:
- Lab. Methoden.
- Lab. Monsterpunten.
- Meetvoorschriften.
- Metingen – Lijst.
- Metingen – Matrix.
- Monsters.
Hoewel de menuopties lab. methoden, lab. monsterpunten en meetvoorschriften niet behoren tot de importopties, zijn deze hier opgenomen, omdat deze de import van metingen ondersteunen.
Labmethoden
Functie: onderhouden van de conversietabel tussen aangeleverde analysemethoden en Dawaco parameternummers.
Figuur 20: Scherm lab.methoden (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Initialiseer | De functie maakt een conversietabel aan op basis van:
|
Import | De functie importeert de gegevens van “Methoden”uit een csv-bestand. Er moet een laboratorium actief zijn. |
Export | De functie exporteert de gegevens van “Methoden”in een csv-bestand. Er moet een laboratorium actief zijn. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Bij de import van metingen in de vorm van een lijst, worden de gelezen parameters omgezet naar Dawaco parameters. Optioneel kan ook de meting omgerekend worden van de aangeboden eenheid naar de Dawaco basiseenheid van de parameter.
Deze informatie wordt vastgelegd in een conversietabel per aanleverend laboratorium.
Identificatie
De identificatie van een tabel bestaat uit de code en naam van het laboratorium. Als het laboratorium overgaat naar een andere codering van de parameters, dan kan een tweede tabel worden geopend (bijvoorbeeld AW-2010 en AW2016).
Methoden
- Dawaco parameter
De Dawaco parameter moet bekend zijn in de tabel “Parameters”.
- Lab.code
De code waarin het laboratorium de parameter aanbiedt in CSV-bestanden.
- Lab.eenheid
De eenheid wordt binnen Dawaco niet gebruikt.
Factor
De omrekeningsfactor, waarmee de aangeleverde waarde wordt VERMENIGVULDIG tijdens de import. Normaal gesproken is de factor 1.
Voorbeeld: als de metingen worden aangeboden in µg/l en in Dawaco opgeslagen in mg/l, dan is de factor 0,001.
Dubbele toewijzing
Er mogen meerdere analysemethoden toegekend worden aan 1 Dawaco parameter.
Onbekende analysemethoden
Als de parameter van een analysemethode niet voorkomt in Dawaco, dan moet deze eerst worden ingevoerd (Invoer – Meetpunten-Grondwaterkwaliteit – Tab: Parameters).
Lab. Monsterpunten
Functie: instellen en onderhouden van de codering van monsterpunten.
Figuur 21: Scherm lab.monsterpunten. (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Initialiseer | Maakt monsterpuntcodes aan als Meetpuntcode+Filternummer met de volgende opties:
|
Import | Importeert de monsterpuntcode per filter. |
Export | Exporteert de filters met hun monsterpuntcode. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Veel laboratoria bieden de filteridentificatie niet aan als een meetpuntcode en filternummer, maar als een monsterpunt. Voorbeeld:
- Meetpunt: B18C0034.
- Filter: 1.
- Monsterpunt: B18C0034–1, B18C0034F1 of B18C0034–F1.
Dawaco biedt functionaliteit om het monsterpunt vast te leggen per filter.
Werkwijzen
Selecteer een filter.
Voer de monsterpuntcode in.
Opmerkingen
Filters kunnen niet worden toegevoegd of worden gewijzigd.
Meetvoorschriften
Functie: onderhouden van de tabel meetvoorschriften.
Figuur 22: Scherm meetvoorschriften (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Import | Importeert de codering en toelichting. |
Export | Exporteert de codering en toelichting. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Laboratoria geven in het lijst-formaat op verzoek het gebruikte meetvoorschrift aan. De importoptie Metingen – Lijst biedt de optie het meetvoorschrift op te slaan bij de meting. Onbekende meetvoorschriften worden toegevoegd aan deze tabel. De gebruiker kan hierop een toelichting geven met behulp van deze optie.
Metingen – Lijst
Functie: import van grondwaterkwaliteitsmetingen in de vorm van lijsten.
Figuur 23: Scherm import metingen - lijst (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Defaults | Defaults zijn beschikbaar voor:
|
Auto | Als een laboratorium altijd de informatie in hetzelfde formaat aanbiedt, dan kan dit in een template worden vastgelegd. De functie van Auto biedt de mogelijkheid om de automatische toekenning van kolommen van een csv-bestand aan de velden van Dawaco per laboratorium vast te leggen en te selecteren. Zie figuur 22. |
Par.lijst | Alternatieve manier voor het aanmaken van een lab.methoden conversietabel. Zie figuur 23 op volgende pagina. |
Opmerkingen:
Achtergrond
De optie importeert csv-bestanden in lijst-formaat. Hieronder wordt verstaan, dat de informatie van 1 meting in 1 regel wordt aangeboden. De aanbevolen methode.
Aantal bestanden
Opties:
- Meerdere bestanden
De optie kan gebruikt worden als er meerdere bestanden in een folder worden geïmporteerd. De opmaak moet gelijk zijn voor alle bestanden.
- 1 bestand
Alleen het geselecteerde bestand wordt geïmporteerd.
Berekende parameters
Bij het aanvinken wordt de lijst met beschikbare berekende parameters getoond. Deze kunnen tijdens de import worden berekend.
Monsters
Tijdens de import worden automatisch de benodigde monsters aangemaakt.
In de verwijderopties worden monsters automatisch verwijderd als hieraan geen metingen meer zijn verbonden.
Code meetpunt
De identificatie van het filter kan op 2 manieren worden opgegeven:
- Code meetpunt + Filternummer.
- Monsterpunt.
In het laatste geval moet het gelezen monsterpunt voorkomen in de tabel conversieLab. monsterpunten. Zie deze tab.
Gebruik conversie laboratorium
Het is verplicht om de parameterconversie uit te voeren met een conversietabel. Zie: Tab: Lab.methoden.
Figuur 24: Selecteren en aanmaken van templates per laboratorium
Figuur 25: Aanmaken conversietabel uit CSV-bestand (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Parameters | Toont de lijst met beschikbare parameters. |
Eenheid | Toont de beschikbare eenheden van de parameter. |
Eenheid ok | Zet de eenheid op ok, ook als deze niet kon worden gevonden. |
Verwijder | Verwijderd de koppeling van de parameter. |
Ken toe | Plaats de geselecteerde Dawaco parameter bij de actieve parameter van het csv-bestand. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Het aanmaken van een conversietabel voor een laboratorium is vaak tijdrovend. Deze optie komt daaraan tegemoet. Op het moment dat op Par.lijst wordt geklikt, wordt de kolom voor de parameter gelezen en optioneel de kolom voor de eenheid.
Bij elke gelezen parameter wordt een Dawaco parameter gezocht op basis van de naam, afkorting of synoniem van de parameters, zoals vastgelegd in de Dawaco parametertabel.
Werkprocedure
- Klik op “Par.lijst”.
Het scherm “Definitie conversietabel”wordt getoond. Alle aan Dawaco parameters gekoppelde namen worden getoond. Als de eenheid ook bekend is, dan wordt dit in de laatste kolom met groen aangegeven. Niet koppelbare stoffen worden met rood gemarkeerd en als een eenheid niet gevonden is, is de markering oranje. - Klik op “Parameters”.
Door op “Parameters”te klikken wordt het scherm “Beschikbare parameters”getoond. Parameters in het geel zijn afkortingen en in het oranje synoniemen. - Selecteer een niet gekoppelde parameter in de lijst “Definitie conversietabel”(rode parameter).
- Selecteer een parameter uit de tabel “Beschikbare parameters”.
- Klik op “Ken toe”.
Nadat alle parameters zijn toegekend, worden de eenheden gecontroleerd (oranje parameters). Er zijn twee opties:
- Klik op “Eenheid”.
De beschikbare eenheden van de Dawaco parameter worden getoond. Selecteer de gewenste eenheid en klik op “Selecteer”. - Klik op “Eenheid ok”.
De oranje kleur wordt vervangen door de groene kleur.
Bewaren van de conversietabel
- Lab.
Nadat alle parametereenheden correct zijn, wordt de code en naam van het laboratorium opgegeven. - Klik op “Bewaar”.
De conversietabel wordt aangemaakt. Als deze al bestaat, dan wordt gevraagd of de tabel moet worden herschreven. Door met Ja te antwoorden worden de bestaande tabel eerst leeg gemaakt en vervolgens geschreven.
Opmerking
Het is niet verplicht om alle parameters toe te kennen. Niet gekoppelde parameters zullen tijdens de import als onbekend worden gerapporteerd in het logbestand.
Metingen - Matrix
Functie: importeren van de grondwaterkwaliteitsgegevens uit CSV-bestanden in matrix formaat.
Figuur 26: Importscherm – Metingen in matrix-formaat (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Achtergrond
De optie importeert CSV-bestanden in matrix-formaat. Hieronder wordt verstaan, dat de informatie van 1 monster in 1 regel wordt aangeboden. Naast de identificatie van het monster, worden een rij met parameters aangeboden.
Definitie algemeen
Nadat een bestand is geselecteerd, worden de gelezen kolommen getoond. De gebruiker kan in het rijtje daarnaast de verschillende kolomnummers opgeven:
- Kolom monsterpunt
Het nummer van de kolom in het csv-bestand, waarin de monsterpunten worden aangeboden. De gelezen monsterpunten moeten voorkomen in de tabel van tab: “Lab.monsterpunten”.
- Kolom meetpuntcode en filternummer
Het nummer van de kolommen van het csv-bestand, waarin de code van het meetpunt en het filternummer zijn opgenomen. De identificatie gaat of per meetpuntcode + filternummer of per monsterpunt.
- Kolom datum
De datum van monstername moet geschreven zijn als dd-mm-jjjj.
- Kolom LIMS-code en opmerking
Deze kolommen zijn optioneel.
- Kolom 1steparameter
Het nummer van de kolom, waarin het eerste gegeven van een parameter staat.
- Regel 1stemp
Regel waarin de eerste gegevens staan. Dit is normaal gesproken regel 2.
Parametergroep
De gewenste parametergroep. De volgorde van de parameters in de groep moeten overeenkomen met de parameter in het CSV-bestand. Ook moet het aantal parameters overeenkomen met het aantal parameters in het CSV-bestand. Eventuele eenheidsconversie is vastgelegd in het nummer van de eenheid in de groep.
Aantal kolommen per parameter
Er worden 4 parameters opgegeven:
- Aantal kolommen per parameter.
- Kolom waarde.
- Kolom detectie teken (<).
- Kolom detectielimiet.
Zie voor een toelichting de tabel hieronder.
Aanleverend lab
De code van het aanleverende lab. Het enige gebruik is, dat de code van het lab. wordt opgeslagen bij de meting.
Betrouwbaarheid
De gewenste betrouwbaarheid van de geïmporteerde metingen. Dit is normaal gesproken “Niet gevalideerd”.
Bepaal berekende parameters
Tijdens het aanvinken worden de beschikbare berekende parameters getoond. De gebruiker bepaalt welke parameters er tijdens de importprocedure worden berekend.
Start import
De kolommen van het CSV-bestand worden getoond naast de parameter van de groep. Als deze correct zijn, dan kan de import worden gestart.
Gebruik DEF bestand in plaats van parametergroep
De optie biedt een alternatief voor het gebruik van parametergroepen. Aangevinkt wordt bij de Start van de import een toekenningscherm getoond. De vorm en het gebruik is hetzelfde als bij de import van lijstbestanden. Zie voor het gebruik daarom figuur 23 en de daar onderstaande opmerkingen.
Met de knop “Parameters” kan in de Dawaco parameter lijst worden gezocht. Een pop-up wordt geopend waarin gezocht kan worden. De witte gekleurde parameters zijn originele van de lijst, geel gekleurd zijn afkortingen en oranje zijn synoniemen. Met de knop “Ken toe” wordt de geselecteerde parameter toegevoegd. Vervolgens dient de eenheid van de parameters gecontroleerd te worden. De kleuren helpen om bij te houden welke al gecontroleerd zijn (groen is ok, oranje nog niet gecheckt, rood niet ok).
Met de knop “eenheid” kan aangepast worden wat de eenheid is van de in te voeren data. Er kan gewisseld worden tussen de drie ingestelde eenheden van de parameterlijst.
Na klikken op “bewaar” worden de instellingen bewaard in een “def-bestand” in dezelfde folder, waarin het importbestand is geplaatst. Vervolgens komt een vraag of de data ingevoerd moet worden.
Figuur 27: instellen Definitie bestand
Voorbeeld:
Importbestand = Gegevens_Perceel1_2015.csv.
Def-bestand = gegevens_perceel1_2015.def.
Monsters
Functie: importeren van monsters.
Figuur 27: Importscherm monstergegevens (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Tijdens de import van metingen in lijst- of matrix-formaat worden de monsters aangemaakt. Hiervoor hoeft deze optie niet gebruikt te worden.
De optie wordt gebruikt om achteraf de LIMS-code of de opmerkingen over het monster aan het monster toe te voegen. De meest gebruikte databankoptie is dan ook “Herschrijf kolommen”.
Verwijderen
De databankoptie “Verwijder” mag gebruikt worden om een reeks monsters uit het bestand te verwijderen. De optie verwijdert ook de metingen!
Uitvoer
Tonen
Functie: tonen van de grondwaterkwaliteit.
Figuur 28: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Weergave optie: Per parameter (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Inspecteren van de grondwaterkwaliteit gegevens per parameter.
Componenten van het scherm
- Periode
De periode bepaalt welke gegevens er worden getoond. De periode is instelbaar. - Filters
De filter met grondwaterkwaliteitsgegevens. Het kan zijn dat er filters worden getoond, die in de opgegeven periode geen gegevens hebben. - Kleur weergave
De bepaalt de kleurweergave van de metingen- Geen
Geen kleurweergave. - Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de metingen worden getoond. - Detectiewaarden
Metingen onder of boven de detectiewaarden met een kleur gemarkeerd. - Classificatie
De klasse van de metingen worden getoond. In het figuur worden de kleuren van de klassen ook weergegeven.
- Geen
- Parameter weergave
- Dynamisch
Alle parameters van een monster worden getoond. - Statisch
De gebruiker kan de weer te geven parameters beperken. Hiervoor wordt een lijst met parameters getoond, waarin de gebruiker de gewenste parameters kan aanvinken. - Parametergroep
De gebruiker kan een parametergroep selecteren. Alleen de parameters van de groep worden getoond. - Classificatie
De optie is alleen beschikbaar als bijKleur weergaveclassificatie is getoond. Alleen de parameters van de classificatie worden getoond.
- Dynamisch
- Parameters
De beschikbare parameters worden getoond. Bij de overgang naar een ander filter, wordt geprobeerd de parameter vast te houden. Dit lukt niet als er geen metingen zijn voor de parameter bij een volgend filter. - Metingen
De metingen van de actieve parameter wordt getoond. - Figuur
In het figuur worden de metingen van de actieve parameter getoond optioneel met een classificatie.- Metingen onder de detectiegrens zijn gemarkeerd door een driehoekje.
- Metingen boven de rapportagewaarde zijn gemarkeerd door een driehoekje naar beneden.
- Geselecteerde filters
Het is mogelijk om de gegevens van meerdere filters weer te geven. Selecteer met > het actieve filter. Bij de overgang naar een volgend filter, worden ook de gegevens van het geselecteerde filter getoond. Als er meerdere filters in de lijst worden opgenomen, dan wordt de tijdlijn van het actieve filter in de lijst weergegeven. Filters kunnen aan de lijst worden toegevoegd (>), verwijderd (<) of allemaal worden verwijderd (<<).
Figuur 29: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Weergave optie: Matrix (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Inspecteren van de grondwaterkwaliteit gegevens in matrix vorm.
Componenten van het scherm
- Periode
De periode bepaalt welke gegevens er worden getoond. De periode is instelbaar - Filters
De filter met grondwaterkwaliteitsgegevens. Het kan zijn dat er filters worden getoond, die in de opgegeven periode geen gegevens hebben. - Kleur weergave
De bepaalt de kleurweergave van de metingen- Geen
Geen kleurweergave - Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de metingen worden getoond - Detectiewaarden
Metingen onder of boven de detectiewaarden met een kleur gemarkeerd - Classificatie
De klasse van de metingen worden getoond. In het figuur worden de kleuren van de klassen ook weergegeven.
- Geen
- Parameter weergave
- Dynamisch
Alle parameters van een monster worden getoond. - Statisch
De gebruiker kan de weer te geven parameters beperken. Hiervoor wordt een lijst met parameters getoond, waarin de gebruiker de gewenste parameters kan aanvinken - Parametergroep
De gebruiker kan een parametergroep selecteren. Alleen de parameters van de groep worden getoond. - Classificatie
De optie is alleen beschikbaar als bijKleur weergaveclassificatie is getoond. Alleen de parameters van de classificatie worden getoond.
- Dynamisch
Navigeren
In de matrix kan via de pijltjestoetsen worden genavigeerd.
Pijltje naar links in het eerste getoonde monster, wordt het voorgaande monster getoond. Pijltje naar rechts in het laatste getoonde monster resulteert in de weergave van het volgende monster. Onder de matrix is met een lijn aangegeven of er nog voorgaande of opvolgende monsters beschikbaar zijn.
Dubbelklik
Alle gegevens van een meting kunnen worden bekeken door een dubbelklik op de meting.
Figuur 30: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Weergave optie: Grafieken (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Inspecteren van de relatie tussen 2 of meerdere parameters in grafiekvorm.
Componenten van het scherm
- Periode
De periode bepaalt welke gegevens er worden getoond. De periode is instelbaar - Filters
De filter met grondwaterkwaliteitsgegevens. Het kan zijn dat er filters worden getoond, die in de opgegeven periode geen gegevens hebben. - Kleur weergave
De bepaalt de kleurweergave van de metingen- Geen
Geen kleurweergave - Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de metingen worden getoond - Detectiewaarden
Metingen onder of boven de detectiewaarden met een kleur gemarkeerd - Classificatie
De klasse van de metingen worden getoond. In het figuur worden de kleuren van de klassen ook weergegeven.
- Geen
- Grafieken
Voor zowel de bovenste als onderste grafiek kan een parameter worden geselecteerd. Deze blijft gehandhaafd totdat een andere parameter wordt gekozen. Voorbeeld Egv-Veld en Egv-Lab
- Parameterselectie per groep
Een alternatief voor het selecteren van een parameter voor de bovenste of onderste grafiek is het selecteren van een parametergroep. Voorbeeld (zie figuur 28):- Onderste grafiek – Som kationen
- Bovenste grafiek – De parametergroep kationen (Na, Ca, K, …).
Figuur 31: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Gebruik parametergroep (klik om te vergroten)
Rapportages – Grondwaterkwaliteit
Hoofdmenu | Uitvoer | |
Menuoptie | Uitvoer – Rapportages | |
Tab | Grondwaterkwaliteit | |
Opties: | ||
1 | Beschikbaarheid | Het aantal monsters per filter en parameter |
2 | Per monster | Alle metingen per monster in een lijst. |
3 | Per par.groep | Alle metingen van een parametergroep per monster, jaar of periode. |
4 | Selectie pars | Als optie 3. De lijst met beschikbare parameters wordt eerst opgesteld. |
5 | Classificatie | Alle metingen van een classificatie per monster, jaar of periode inclusief de klasse. |
6 | “> detectie” | Alle metingen van een parametergroep in een lijst, waarvoor geldt dat de waarde groter is dan de detectielimiet. |
7 | Statistiek per parameter | Per geselecteerde parameter het aantal metingen, de min/max en 3 percentielwaarden. Ook wordt het aantal verschillende detectiegrenzen gerapporteerd. |
8 | Tijdlijnen | Grafiek met de tijdlijnen per parameter en filter. |
Figuur 21: Selectiescherm rapportage boorgegevens(klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Tijdlijnen
Er mogen meerdere filters per parameter worden geselecteerd, maar ook meerdere parameters per filter.
Rapportages – Kaarten
Hoofdmenu | Uitvoer | |
Menuoptie | Uitvoer – Rapportages | |
Tab | Kaarten | |
Opties: | ||
6 | Gwk | Grondwaterkwaliteitskaart per parameter. |
7 | Gwk – Referentie | Grondwaterkwaliteitskaart per parameter, waarbij het verschil tussen de meetwaarden in 2 perioden wordt weergegeven (grondwaterkwaliteitsverandering). |
8 | Gwk – Classificatie | Grondwaterkwaliteitskaart, waarin de klasse wordt weergegeven |
9 | Gwk – Classificatie – Referentie | Grondwaterkwaliteitskaart, waarin het verschil in de klasse tussen 2 perioden wordt weergegeven. |
10 | Gwk - >detectie | Grondwaterkwaliteitskaart waarin het aantal verschillende parameters boven de detectiegrens wordt weergegeven (probleemstoffen kaart). |
Figuur 33: Selectiescherm kaarten (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Wiskunde
Als bij het berekenen van de waarde voor een meetpunt, meerdere filters of monsters betrokken zijn, dan wordt de waarde berekend als het gemiddelde, de hoogste of recentste meting. Deze waarde wordt gepresenteerd of als toetswaarde gebruikt bij classificaties.
Gwk
Grondwaterkwaliteitskaart
Het is toegestaan om meerdere parameters in de selectie op te geven. Bij de kaartweergave wordt dan bepaald, welke parameter er op de kaart wordt geplaatst.
Gwk – Referentie
Kwaliteitsverandering - kaart
De verwerking is gelijk aan de grondwaterkwaliteitskaart, alleen dit wordt gedaan voor 2 perioden en het verschil wordt gerapporteerd. De optie is toegevoegd om de invloed van beleid te monitoren (afname nitraat).
Gwk – Classificatie
Grondwaterkwaliteitsclassificatie kaart
Als er meerdere parameters worden aangeboden, dan wordt de hoogste klasse gerapporteerd.
Gwk – Classificatie – Referentie
Classificatie verandering – kaart
De klasse wordt per meetpunt bepaald conform de voorgaande optie. Dit wordt echter voor 2 perioden gedaan en het verschil tussen de klassen wordt gerapporteerd. Ook deze optie is toegevoegd om de invloed van beleid te monitoren.
Gwk – Detectie
“Probleemstoffen” kaart
De optie is opgenomen om de verspreiding van probleemstoffen weer te geven. De optie is geschikt voor pesticiden, afbraakproducten van medicijn en andere nieuwe stoffen. Deze parameters zijn een probleemstof als de meetwaarde boven de detectiegrens val.
Gerapporteerd wordt het aantal parameters met minimaal 1 meting boven de detectiegrens.
Solution home | Dawaco Grondwater | Werken met Dawaco Grondwater
Dawaco Grondwater - Grondwaterkwaliteit
Modified on: Wed, 16 Jun, 2021 at 4:49 PM
Introductie
Dit document behoort tot het informatiesysteem voor meetnetten Dawaco. De functie van dit document is om de eindgebruiker snel te laten starten met het gebruik van Dawaco. In de serie “Werken met Dawaco” zijn beschikbaar:
Onderwerp | Waterbedrijven | Provincies | Waterschappen |
Ja | Ja | Ja | |
Ja | Ja | Ja | |
Ja | Ja | Ja | |
Grondwaterkwaliteit | Ja | Ja | Nee |
Ja | Ja | Ja | |
Communicatie BRO | I.O. | Ja | I.O |
Meetpuntkenmerken | I.O. | Ja | Ja |
Dit document beschrijft de module grondwaterkwaliteit van Dawaco.
Opmerkingen:
- Dit document is een algemene beschrijving van het werken met Dawaco. Daarom kunnen schermen afwijken.
Onderwerpen
- Introductie
- Onderwerpen
- Algemene beschrijving
- Bestandstructuur en opties
- Invoer
- Import / export
- Uitvoer
Algemene beschrijving
Inleiding
De module grondwaterkwaliteit verzorgt de invoer, import en presentatie van de grondwaterkwaliteit gegevens. De metingen worden per filter, monster en parameter opgeslagen in de basiseenheid van de parameter.
Parameterinformatie
Naast het parameternummer, naam en basiseenheid bestaat de parameterinformatie uit 2 alternatieve eenheden (eenheid2 en eenheid3) met een vaste omrekeningsfactor (factor2 en factor3), een verkorte naam (afkorting), Cluster aanduiding, type afronding van de getallen, een synoniem en het CAS-nummer van de parameter. Er is ook een optie aanwezig voor aangeven van BRO en Aquo gegevens zoals ID, naam, hoedanigheid, eenheid, factor, veldparameter (j/n)
Classificaties
De gebruiker is vrij om een onbeperkt aantal classificaties aan te maken. De identificatie van de classificatie bestaat uit de code en naam van de classificatie, de namen van de maximaal 5 klassen en de kleur van de klasse. De specificatie wordt gevormd door de toegekende parameters en de grenzen van de klassen.
Een bijzondere vorm van de classificatie zijn de classificaties, die gebruikt worden voor de validatie. Deze hebben altijd 2 klassen: correcte en verdacht. De correcte klasse kent zowel een onder- als bovengrens.
Monsters en metingen
De metingen worden per filter, monster en parameter opgeslagen.
Voor de monsters kan naast het filternummer en de datum van monstername, de LIMS-code, de code die het laboratorium aan het monster heeft gegeven, worden opgeslagen.
Een meting bestaat uit de monstercode, het parameternummer, het detectieteken, < of >, en de rapportagewaarde. De rapportagewaarde is in principe de waarde, die door het laboratorium wordt gerapporteerd. Meetwaarden worden niet verwerkt. Optioneel kan ook het meetvoorschrift van het laboratorium worden verwerkt.
Import van metingen
Metingen kunnen zowel in lijst als in matrix formaat worden aangeboden in CSV-bestanden. Bij een matrix wordt horizontaal de parameters aangeboden en verticaal de monsteridentificatie (meetpuntcode, filternummer en datum van monstername). In het lijst formaat wordt per regel een meting aangeboden.
Dit formaat heeft de voorkeur omdat opmerkingen over de meting en het meetvoorschrift in het formaat kan worden opgenomen.
Met name als de metingen door verschillende laboratoria worden aangeleverd, of van TNO worden betrokken, is de toekenning van parameters vaak een uitdaging. Per laboratorium kan een conversietabel worden aangemaakt, waarin de aangeleverde naam of code van de analysemethode wordt gekoppeld aan de Dawaco parameter. Hierbij kan ook een omrekeningsfactor worden opgegeven, waardoor de geïmporteerde metingen van bijvoorbeeld mg/l naar µg/l wordt omgerekend of van mg NO3/l naar mg N/l.
Een ander probleem doet zich voor bij de monsterpunten. Dawaco vereist een meetpuntcode en filternummer. Omdat een aantal laboratoria alleen monsterpuntcodes kunnen leveren is er ook een monsterpuntconversietabel beschikbaar. Hierin worden de monsterpuntcodes van het laboratorium omgezet naar meetpuntcodes en filternummers.
Validatie
Dawaco is uitgerust met robuuste validatie functionaliteit. Deze voldoet aan de in een aantal protocollen beschreven validatieprocedures.
De validatiefunctionaliteit is gericht op het detecteren van afwijkende metingen, die ontstaan door filterverwisselingen, eenheidsconversiefouten en verdunningsfouten in het laboratorium. De validatie is niet gericht op het verklaren van afwijkend geo-chemisch gedrag. Dit wordt overgelaten aan de gebruiker.
Uitgangspunt is dat Dawaco uitzonderingen detecteert en onder de aandacht brengt van de gebruiker. Deze beslist of de meting betrouwbaar is.
De validatiefunctionaliteit kent 5 opties:
- Coördinaten en diepte
Het wordt aangeraden om in het veld zowel de coördinaten met GPS te bepalen als de diepte van het filter. Deze 3 veldparameters behoren bij het monster verwerkt bij voorkeur door het laboratorium, conform de meting van de zuurgraad en de geleidbaarheid. Deze parameters worden met het monster geïmporteerd. Hiervoor is in de parameter lijst wel een parameter nodig voor x-coördinaat, y-coördinaat en diepte.
De validatieoptie controleert de veldwaarden van de coördinaten en diepte van het filter met de in Dawaco opgeslagen coördinaten van het meetpunt en de onderkant van het filter.
- Eenheden
Het kan zijn dat de rapportage eenheid van het laboratorium wijzigt of dat de eenheid of factor bij het importeren foutief is. De eenheden validatie bepaald per parameter het gemiddelde van alle meetwaarden per jaar. Jaren met foute eenheden kunnen hierdoor per parameter opgespoord worden (bijvoorbeeld door afwijkend gemiddelde met een factor 1000 door eenheid mg/l ipv µg/l.
- Bereikcontrole per filter
De validatieoptie ‘bereikcontrole per filter’ controleert de geïmporteerde metingen ten opzicht een classificatie. Metingen binnen de grens worden aangeduid als “correct” en buiten de grens met “verdacht”. Ook kan hiermee de betrouwbaarheid aangepast worden.
- Ionenbalans
De ionenbalans is op verzoek toegevoegd. Fouten in de ionenbalans worden echter veroorzaakt door onvolledigheid van de meetwaarden, lage concentraties of foutieve metingen. De validatieprocedure behoort echter gericht te zijn op foutieve metingen in het laboratorium.
Betrouwbaarheid
Per meting wordt aangegeven of de meting betrouwbaar of onbetrouwbaar is. De derde status is ‘niet gevalideerd’. In de normale werkprocedure krijgen de geïmporteerde metingen de status ‘niet gevalideerd’ (keuze gebruiker). In de validatieprocedure kunnen afwijkende metingen de status ‘onbetrouwbaar’ krijgen. De overige metingen worden in de procedure op ‘betrouwbaar’ gesteld.
In de toonfunctie kan de betrouwbaarheid met een kleur worden weergegeven. In rapportages vormt de betrouwbaarheid een selectiecriterium zoals in onderstaande figuur is weergegeven.
Figuur 1: Betrouwbaarheid is een selectiecriterium bij rapportages
Berekende parameters
Berekende parameters zijn bijvoorbeeld de pH-Veld/pH-lab en Egv-Veld/Egv-lab, maar ook NO3/N-totaal. Bijzondere berekende parameters zijn de som van de kationen, som van de anionen, de fout in de ionenbalans en de IR-ratio.
Berekende parameters worden als normale parameters in de parametertabel gedefinieerd en opgeslagen als meting. Hierdoor kunnen zij ook opgenomen worden in de validatieprocedure. Zo behoort de pH-Veld/pH-lab tussen de 0.8 en 1.2 te liggen en de fout in de ionenbalans tussen de 0 en 20%.
Dawaco beschikt over functionaliteit om berekende parameters aan te maken en de berekeningen uit te voeren.
Bestandstructuur en opties
Structuur
De bestandstructuur is in Figuur 2 in een diagram weergegeven:
Figuur 2: Structuurdiagram
Inhoud van de bestanden
Bestand | Inhoud |
Monsters | De monstergegevens van de metingen. |
Metingen | De metinggegevens. |
Metingen-Tonen | Voor de performance wordt deze tabel automatisch onderhouden. Het bevat per record het filter- en parameternummer en 60 metingen. |
Parameters | De parameterinformatie. |
Groep-Id | Identificatie van parametergroepen. |
Groep-Sp | De parameter van de parametergroepen. |
Classificatie-Id | Identificatie van een classificatie. |
Classificatie-Sp | De parameters en de grenswaarden. |
Lab_Id | Identificatie van een laboratorium. |
Lab_Sp | De koppeling van analysemethoden en Dawaco parameters voor het laboratorium. |
Meetvoorschriften | De code en toelichting van meetvoorschriften. |
Menuopties
Invoer – Meetpunten-Grondwaterkwaliteit
Parameters | Invoeren en onderhouden van de parametertabel. |
Parametergroepen | Samenstellen van parametergroepen. |
Classificaties | Samenstellen van classificaties. |
Berekende parameters | Samenstellen en berekenen van berekende parameters. |
Metingen | Invoer van monster- en metinggegevens. |
Validatie | Validatie van grondwaterkwaliteitgegevens. |
Import – CSV-Import grondwaterkwaliteit
Tab | Functionaliteit |
Lab.methoden | Onderhoud van de conversietabel laboratorium – methoden. |
Lab.monsterpunten | Onderhoud van de conversietabel laboratorium – monsterpunten. |
Meetvoorschriften | Onderhoud van de codetabel meetvoorschriften. |
Metingen-Lijst | Import van metingen in csv-bestanden – Lijstformaat. |
Metingen-Matrix | Import van metingen in csv-bestanden – Matrixformaat. |
Monsters | Import van monstergegevens. |
Uitvoer - Tonen
Tab | Functionaliteit |
Grondwaterkwaliteit | Tonen van de grondwaterkwaliteit. |
Uitvoer – Rapportages
Tab | Functionaliteit |
Grondwaterkwaliteit | Rapporteren van de grondwaterkwaliteit. |
Invoer
Inleiding
De invoer van gegevens is ondergebracht in de volgende menuopties:
- Parameters.
- Parametergroepen.
- Classificaties.
- Berekende parameters.
- Metingen
- Validatie
Parameters
Functie: onderhoud van de parametertabel.
Figuur 3: Invoerscherm parameters(klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Export | Exporteert de parametertabel. |
Import | Importeert een CSV-bestand met parametergegevens (bijvoorbeeld nieuwe stoffen of de CAS-nummers van stoffen). Opmerking: Als een groep nieuwe parameters wordt geïmporteerd, dan hoeven niet alle parameternummers uitgeschreven te worden. Lege parameternummers worden door Dawaco automatisch aangemaakt als de laatst gelezen + 1. Voorbeeld: de honderd nieuwe stoffen worden geïmporteerd. Zij krijgen het parameternummer 500 en hoger. Door alleen het parameternummer 500 voor de eerste stof op te geven, wordt het parameternummer van opvolgende stoffen 501, 502, enz. |
Clusters | Geeft scherm voor toevoegen of bewerken van Clusters. |
Print Exp | Exporteert het printnummer, parameternummer, naam en eenheid van de parameters. |
Print imp | Importeert het printnummer bij de opgegeven parameternummers. Ontbrekende printnummers worden automatisch verhoogd. |
BRO parameters | Geeft een pop-up met de BRO parameters met BRO Id, parameternaam, AquoCode, Aspect, Cas nummer en Eenheid. |
Opmerkingen:
Parameternummer
Het parameternummer mag worden gewijzigd. Dit moet ook gedaan worden in de bestandenMetingenenMetingen-Tonenwaardoor het proces enige tijd kost.
Verwijderen van parameters
Als een parameter wordt verwijderd, dan worden ook alle metingen van de parameter verwijderd. De gebruiker wordt hiervoor gewaarschuwd.
Naam en afkorting
Voorbeeld: natrium en Na. Een afkorting is niet noodzakelijk.
Eenheid
Eenheid 1 is de basiseenheid, waarin de metingen zijn opgeslagen.
Eenheid 2 en 3 worden gebruikt in rapportages en import.
- Eenheid 2
Deze eenheid wordt veelal gebruikt voor de omrekening van mg/l naar µg/l of mg NO3/l naar mg N/l. - Eenheid 3
Voor eenheid 3 wordt meestal meq/l gebruikt voor de parameters van de ionenbalans.
Tijdens een import wordt de gelezen waarde vermenigvuldigd met de opgegeven factor.
Tijdens rapportages wordt de meting gedeeld door de opgegeven factor.
Voorbeeld:
- Basiseenheid is mg/l.
- Eenheid 2 is µg/l.
- Factor 2 is 0,001.
Afronding
Afronding van de meetwaarden in rapportages:
0 = 3 significante cijfers 0.745, 7.45, 74.5 en 745000.
1 = 4 significante cijfers 0.7452, 7.452, 74,52 en 745200.
2 = Gehele getallen 0, 7, 75 en 745000.
3 = Geen afronding 745217.4623.
Cas-nummer
Het CAS-nummer van de metingen.
Dit is een unieke numerieke identifiër voor chemische elementen (Chemical Abstracs Service)
Synoniem
Een synoniem van de parameter. Dit mogen bijvoorbeeld de IdsW of TNO-codering zijn, maar ook de Engelse schrijfwijze van de parameter.
Printnummers:
Wat is een printnummer
Printnummers bepalen de volgorde van rapportage in bijvoorbeeld de rapportageoptie per monster. De metingen worden gerapporteerd in de volgorde van het printnummer.
Gebruik
Stel de parameternummer is uitgegeven in groepen:
- Veldmetingen vanaf 1.
- Hoofdelementen vanaf 10.
- Zware metalen vanaf 100.
- Pesticiden vanaf 300.
- Medicijnen vanaf 500.
- Nieuwe stoffen vanaf 700.
Binnen de groep zijn de parameters keurig op naam gesorteerd. Als er nu een zwaar metaal wordt toegevoegd, dan komt deze onderaan de lijst met zware metalen. Het printnummer zorgt ervoor dat het metaal alfabetisch wordt afgedrukt.
Werkwijze
- Klik op Print Exp.
- Zet in Excel de parameters in de gewenste volgorde. Voorbeeld van toegevoegde zware metaal:
- Verwijder alle parameters behalve de zware metalen,
- Sorteer deze op naam en
- Geef het eerste metaal printnummer 100.
- De andere printnummer mogen worden verwijderd.
- Klik op “Print Imp”
- Importeer het bestand.
Parametergroepen
Functie: samenstellen en onderhouden van parametergroepen.
Figuur 4: Invoerscherm parametergroepen(klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
> | Voegt de actieve parameter toe aan de groep. |
-> | Voegt de actieve parameter in voor de actieve parameter van de groep. |
< | Verwijderd de actieve parameter uit de groep. |
Eenheid | Wijzigt de eenheid van de actieve parameter in de groep van de basiseenheid naar eenheid 2 of eenheid 3. |
Export | Exporteert de parameters van de actieve groep. |
Import | Importeert de parameters vanuit een csv-bestand. |
Bewaar | Bewaard de uitgevoerde wijzigingen. |
Annuleer | Wist het scherm. De bewaarfunctie wordt niet uitgevoerd. |
Opmerkingen:
Gebruik
Parametergroepen worden gebruikt tijdens:
- De rapportage per parametergroep.
- De import van grondwaterkwaliteitsgegevens in matrix formaat.
Bewaar
In de lijst mogen allerlei wijzigingen worden aangebracht. Deze worden pas bewaard als op de “Bewaar”knop wordt geklikt.
Volgorde
De volgorde van selectie bepaalt de volgorde van de parameters in de groep. De printnummers van de parameters worden hierbij genegeerd.
Eenheid
Per parameter kan worden aangeven of de basiseenheid of eenheid 2 of 3 moet worden gebruikt. In het laatste geval moet de eenheid en de bijbehorende factor bekend zijn in de tabel “Parameters”.
Export / Import
De volgorde van de parameters in de groep kan binnen Excel worden aangemaakt via een export/import. Bij de import worden eerst de bestaande parametersVERWIJDERD!.
Classificaties
Functie: aanmaken en onderhouden van classificaties.
Figuur 5: Invoerscherm classificaties(klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Beschrijving
Een classificatie bestaat uit de identificatie, code en naam, het aantal klassen en de naam en kleur van de klassen.
De specificatie bestaat uit de parameters en de bovengrenzen van de klassen.
Gebruik
Classificatie worden gebruikt bij het tonen en rapporteren van metingen. ZieFiguur 5.
Speciaal gebruik
Een classificatie mag aangemaakt worden voor het gebruik bij validatie. Er zijn dan 2 klassen: correct en verdacht. De grenzen per parameter bestaan uit een onder- en bovengrens van de klasse “correct”. Zie Figuur 6.
Toevoegen van parameters
De functie van de knopVoeg toetoont de parameterlijst. Hieruit kan een onbeperkt aantal parameters worden geselecteerd.
De grenswaarden moeten daarna worden ingevoerd.
De berekenfunctie
De berekenfunctie wordt gebruikt om de minimale en maximale grens van parameters te berekenen. De functie is alleen beschikbaar voor classificaties van het typeGebruikt voor validatie.
De berekenfunctie toont in een pop-up scherm de meetpunt- en filterselecties en vraagt een periode op. Daarnaast wordt het minimaal aantal beschikbare metingen opgevraagd en een factor.
De berekening van de grenzen vindt plaats op basis van percentielwaarden, volgens:
- Ondergrens = P50 – (P50 – P10 * Factor).
- Bovengrens = P50 + (P90 – P50 * Factor).
De ondergrens wordt gelijkgesteld aan de laagste detectiewaarde.
Een ondergrens kleiner dan 0 wordt gelijkgesteld aan 0.
Figuur 6: Invoerscherm classificatie - Gebruik voor validatie(klik om te vergroten)
Berekende parameters
Functie: samenstellen en berekenen van berekende parameters.
Figuur 7: Berekende parameters - Uitvoeren berekeningen (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Definitie
Berekende parameters zijn parameters waarvan de waarde wordt berekend uit andere parameters. Hierbij kan gedacht worden aan de verhouding tussen pH-Veld/pH-Lab of NO3/N-Tot.
Er zijn twee bijzondere berekende parameters:
De fout in de ionenbalans en de afgeleide parameters Som kationen en Som anionen en de ionenratio.
Functionaliteit
De menuopties heeft functionaliteit om:
- Bereken
De gedefinieerde of aangepaste berekende parameters te berekenen. - Instellen berekende parameters
Parameters te definiëren. - Instellen ionenbalans
De bijzondere berekende parameter ionenbalans in te stellen. - Instellen ionenratio
De bijzondere berekende parameter ionenratio (IR-ratio) in te stellen.
Gebruik
Normaal gesproken worden de berekende parameters direct bij de import van de gegevens berekend, waardoor zij in devalidatieprocedures kunnen worden gebruikt.
Als de berekende parameters zijn aangepast of als tijdens de import de berekening niet is uitgevoerd, dan kan deze optie worden gebruikt.
Werkprocedure
- Vink de gewenste parameters aan.
- Selecteer de periode.
- Klik opStart.
Figuur 8: Berekende parameters - Instellen berekende parameters(klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Voeg toe | Toevoegen van een nieuwe berekende parameter. |
Wijzig | Wijzigen van de actieve berekende parameter. |
Verwijder | Verwijderen van de actieve berekende parameter. Let op: De doelparameter en de waarden worden niet verwijderd. Alleen de definitie. |
Opmerkingen:
Doelparameter
De berekende waarde wordt opgeslagen bij de doelparameter. Deze moet opgenomen zijn in de parameterlijst.
Werkprocedure
- Klik opVoeg toeom een nieuwe parameter te definiëren.
- Klik opWijzigom de actieve parameter aan te passen.
- Voer in de popup de doelparameter en de twee bronparameters in. Eventueel kan er nog een factor worden ingevoerd. Bijvoorbeeld: pH-Veld/pH-Lab in %. Dan factor voor pH-Veld = 0.01.
- Klik opBewaar.
Betrouwbaarheid
Als één van de bronparameters de status “onbetrouwbaar”heeft, dan krijgt de doelparameter ook de status “onbetrouwbaar”.
Als één van de bronparameters nog niet gevalideerd is, dan krijgt de doelparameter de status “niet gevalideerd”.
Als beide bronparameters de status “betrouwbaar”hebben, dan krijgt de doelparameter ook de status
“betrouwbaar”.
Detectielimiet
6 / 3 = 2.
<6 / 3 = <2.
6 / <3 = >2.
<6 / <3 = Niet berekenbaar.
Figuur 9: Berekende parameters - Instellen ionenbalans (klik om te vergroten)
Opmerkingen
Wiskunde
De ionenbalans wordt berekend als:
Abs(Som(Kat) – Som(An)) / (Som(Kat)+Som(An)) * 100).
Waarin:
- Abs = Absolute waarde.
- Som(Kat) = Som van de kationen.
- Som(An) = Som van de anionen.
Kationen en anionen
Werkprocedure:
- Klik op Voeg toe.
- Selecteerde gewenste parameters in het popup-scherm.
- Sluitde popup-scherm.
Verondersteld wordt dat voor de parameters de tweede eenheid is gedefinieerd als meq/l!
Kationen en anionen verplicht
Selecteer de parameters, die minimaal aanwezig moeten zijn. De optie is opgenomen om te voorkomen, dat de ionenbalans wordt berekend voor monsters, waarvoor bijvoorbeeld alleen chloride is bepaald. In dit geval is wordt bijvoorbeeld de parameter calcium verplicht gesteld.
Parameters
De parameters voor de fout in de ionenbalans, de som van de kationen en de som van de anionen moet opgenomen zijn in de parameterlijst.
Figuur 10: Berekende parameters - Instellen IR-ratio (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Bewaar | Bewaart de instellingen. |
Opmerkingen:
Wiskunde
IR-ratio = Ca / (Ca + Cl).
Waarin:
Ca = de meetwaarde van calcium uitgedrukt in meq/l.
Cl = de meetwaarde van chloride uitgedrukt in meq/l.
Parameters
De parameter IR-ratio moet opgenomen zijn in de parameterlijst en voor de parameters calcium en chloride moet de tweede eenheid gedefinieerd zijn als meq/l.
Metingen
Functie: invoeren en wijzigen van de monster- en metingen gegevens.
Figuur 6: Invoerscherm meetpuntgroepen(klik om te vergroten)
Validatie
Functie: valideren van metingen.
Figuur 12: Selectiescherm validatie (klik om te vergroten)
Opmerkingen doel en gebruik:
Optie: Coördinaten en diepte
Als tijdens de monstername de coördinaten met een GPS worden bepaald en de diepte wordt ingemeten, dan kunnen deze waarden als veldmetingen meegegeven worden aan het monster. Het laboratorium rapporteert deze veldmetingen.
Tijdens de import worden de coördinaten als normale parameters geïmporteerd en zijn daarmee een onderdeel van het monster.
Tijdens de validatieoptieCoördinaten en diepteworden deze veldmetingen vergeleken met de coördinaten van het meetpunt en de diepte van het filter. Te grote afwijkingen duidt op een monsterverwisseling.
Optie: Eenheden
In een classificatie kan het verwachte minimum en maximum per parameter worden vastgelegd.
De validatieoptieEenhedencontroleert of de geïmporteerde metingen binnen dit bereik liggen.
Als de metingen een factor 1000 buiten het bereik liggen, dan duidt dit op een mg/l - µg/l fout in de eenheden.
Optie: Bereikcontrole per filter
Voor de parameters met een historie, zoals de macro’s en zware metalen, is de validatieoptie Bereikcontrole per filter toepasbaar. Per filter en parameter wordt op basis van aangeven minimale en maximale grens van de classificatie een oordeel gegeven. Filters met parameters buiten het bereik krijgen het oordeel veracht en worden rood weergeven. In het validatiescherm kan de gebruiker de betrouwbaarheid per parameter handmatig aanpassen of met de “auto correct” optie aanpassen.
Optie: Ionenbalans
De optie “Ionenbalans”is wordt van oudsher gebruikt om de onderlinge verhoudging van een aantal macro´s te controleren. Afwijkingen in de ionenbalans worden veroorzaakt door:
- Lage concentraties van de macro’s.
- Niet in evenwicht zijn van de macro’s door de monstername.
- Onvolledige analyse van de parameters (HCO3ontbreekt).
- Fouten in de monstername of in het laboratorium.
Hoge waarden (>20%) van de fout in de ionenbalans duidt dus niet altijd op fouten in de rapportagewaarden.
Opmerkingen selecties:
Algemene selectie
De algemene selectie bestaat uit:
- Meetpuntselectie.
- Filterselectie.
- Periode (het afgelopen of huidige jaar).
- De toegelaten betrouwbaarheid (meestal alleen “niet gevalideerd”).
Daarnaast zijn er per optie nog aanvullende selecties.
Optie: Coördinaten en diepte
De parameters waarin de 3 coördinaten zijn opgeslagen.
Optie: Eenheden
De gewenste classificatie. Deze moet van het type “Gebruikt voor validatie”zijn.
Optie: Ionenbalans
Via de drukknop Instellingen kan aangegeven worden onder welke parameternummer de ionenbalans bekend is. Dit geldt ook voor de pH en Egv parameters (Veld, Lab en Veld/Lab waarde.
Ook het toelaatbare bereik voor correcte metingen kan worden aangegeven. Zie figuur 13 hieronder.
Figuur 13: Instellen parameter en toegelaten fouten bij validatie op ionenbalans
Figuur 14: Validatieoptie coördinaten en diepte (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Doel
Detectie van monsterverwisseling.
Grenzen
De maximaal toelaatbare fout in de coördinaat is 5 meter.
De maximaal toelaatbare fout in de diepte is 2 meter.
Weergave
Per monster worden de afstanden en diepten bepaald en weergegeven.
Verplaatsen van monster
Als er een duidelijke monsterverwisseling heeft plaatsgevonden, dan kan het monster worden verplaatst naar een ander filter (in figuur 14 is het monster van filter 1 en 2 van meetpunt ZTEST01 verwisseld).
Werkprocedure:
- Selecteer het monster, dat verplaatst moet worden in de lijst.
- Klik op Verplaats.
Bij een verwisseling:
- Selecteer het tweede monster in de lijst.
- Klik op de knop <<.
- Klik op “Bewaar”.
Bij toekenning aan ander filter buiten de lijst:
- Voer het correctie meetpunt en filter in.
- Klik op “Bewaar”.
Opmerking
Noteer dat in het aangeleverde bestand en in het laboratorium de verwisseling nog steeds bestaat. De verwisseling moet dan ook worden doorgegeven.
Figuur 15: Validatieoptie eenheden (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Export | De berekende gemiddeldes per parameter per jaar kunnen worden geëxporteerd (inclusief aantal metingen per jaar). |
Opmerkingen:
Doel
Opsporen van systematische fouten in het heden.
Weergave
Per parameter is het gemiddelde per jaar aangegeven in tabel en in de grafiek ernaast.
In de tabel wordt eveneens het verschil met voorgaande jaar aangegeven.
Validatie - Bereikcontrole per filter
Figuur 16: Validatieoptie Bereikcontrole per filter (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Herstel | Als bij de validatie een fout wordt gemaakt, dan kan deze worden hersteld met deze functie. De laatste of alle wijzigingen kunnen worden hersteld. De functie is mogelijk totdat naar een ander filter wordt gesprongen. |
Opmerking | Biedt de mogelijkheid om een opmerking bij de meting te plaatsen. |
Gezien | Sluit het scherm. |
Export | De functie exporteert optioneel “Alle” of “Alle verdachte” metingen. |
Auto-correct | Stelt alle metingen met status “Niet gevalideerd” op “Betrouwbaar” of Stelt alle Verdachte metingen op “Onbetrouwbaar” en Correcte metingen op “Betrouwbaar”. |
Opmerkingen:
Doel
Detecteren monsters boven de grenswaarde van een classificatie.
Weergave
Lijst met filters
- In de lijst met filters wordt het aantalCorrecte(groen),Verdachte(rood) enNiet toetsbareparameters (grijs) weergegeven.
- Met behulp vanWeergave optieskan de volledige lijst of alleen de lijst met minimaal 1 verdachte parameter worden weergegeven.
Lijst met Parameters
- In de lijst worden de parameters en metingen weergegeven.
- De huidige betrouwbaarheid en het oordeel zijn in kleur weergegeven.
- Met behulp van Weergave opties kan de volledige lijst of alleen de verdachte metingen worden weergegeven.
Figuur
- In het figuur wordt de tijdlijn van de actieve parameter weergegeven.
- Tijdlijn vanaf
Het beginjaar van de weergave kan worden aangepast. Er vindt dan geen herberekening van de grenzen plaats. - Alle
DeAlleoptie geeft voor alle parameters de tijdlijn weer. Hierbij worden de metingen genormaliseerd naar een bereik tussen de 0 en 100 procent. De optie geeft inzicht of 1 parameter een uitbijter heeft of dat dit voor alle parameters geldt. Dit laatste is een indicatie voor een monsterverwisseling. In figuur 17 is zichtbaar, dat alleen calcium een verhoging geeft.
Werkprocedure
Over het algemeen wordt de volgende werkprocedure gebruikt:
- De metingen hebben de betrouwbaarheidsstatusNiet gevalideerd.
- Beoordeeld wordt welke metingen onbetrouwbaar zijn. De status van deze meting wordt opOnbetrouwbaargesteld.
- De overige metingen worden met deAuto correctfunctie in één keer opBetrouwbaargesteld.
Validatie
De betrouwbaarheid kan worden gewijzigd met de volgende procedure:
- Selecteer de gewenste betrouwbaarheid (meestalOnbetrouwbaar)
- Selecteer de gewenste Per: (meestalPer meting)
- Selecteer de gewenste meting.
- De betrouwbaarheid wordt direct gewijzigd.
Validatie - Ionenbalans
Figuur 19: Validatieoptie ionenbalans (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Export | De functie exporteert de gegevens. |
Opmerkingen:
Doel
Controleren van de macro´s en de verhouding tussen de veld- en lab. waarden van de pH en Egv.
Weergave
Resultaten
- Per filter wordt weergegeven.
- De fout in de ionenbalans.
- De waarden van de parameter pH-Veld/pH-Lab.
- De waarden van de parameter Egv-Veld/Egv-Lab.
Kationen en Anionen
- De waarde van de kationen en anionen in meq/l.
pH en Egv
- De waarden voor de pH-Veld, pH-Lab, Egv-Veld en Egv-Lab.
De lijst met resultaten kan gesorteerd worden op elke kolom door in de kop van de kolom te klikken.
Validatie
In deze optie is geen validatie mogelijk.
Import / export
Inleiding
De volgende importopties zijn beschikbaar:
- Lab. Methoden.
- Lab. Monsterpunten.
- Meetvoorschriften.
- Metingen – Lijst.
- Metingen – Matrix.
- Monsters.
Hoewel de menuopties lab. methoden, lab. monsterpunten en meetvoorschriften niet behoren tot de importopties, zijn deze hier opgenomen, omdat deze de import van metingen ondersteunen.
Labmethoden
Functie: onderhouden van de conversietabel tussen aangeleverde analysemethoden en Dawaco parameternummers.
Figuur 20: Scherm lab.methoden (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Initialiseer | De functie maakt een conversietabel aan op basis van:
|
Import | De functie importeert de gegevens van “Methoden”uit een csv-bestand. Er moet een laboratorium actief zijn. |
Export | De functie exporteert de gegevens van “Methoden”in een csv-bestand. Er moet een laboratorium actief zijn. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Bij de import van metingen in de vorm van een lijst, worden de gelezen parameters omgezet naar Dawaco parameters. Optioneel kan ook de meting omgerekend worden van de aangeboden eenheid naar de Dawaco basiseenheid van de parameter.
Deze informatie wordt vastgelegd in een conversietabel per aanleverend laboratorium.
Identificatie
De identificatie van een tabel bestaat uit de code en naam van het laboratorium. Als het laboratorium overgaat naar een andere codering van de parameters, dan kan een tweede tabel worden geopend (bijvoorbeeld AW-2010 en AW2016).
Methoden
- Dawaco parameter
De Dawaco parameter moet bekend zijn in de tabel “Parameters”.
- Lab.code
De code waarin het laboratorium de parameter aanbiedt in CSV-bestanden.
- Lab.eenheid
De eenheid wordt binnen Dawaco niet gebruikt.
Factor
De omrekeningsfactor, waarmee de aangeleverde waarde wordt VERMENIGVULDIG tijdens de import. Normaal gesproken is de factor 1.
Voorbeeld: als de metingen worden aangeboden in µg/l en in Dawaco opgeslagen in mg/l, dan is de factor 0,001.
Dubbele toewijzing
Er mogen meerdere analysemethoden toegekend worden aan 1 Dawaco parameter.
Onbekende analysemethoden
Als de parameter van een analysemethode niet voorkomt in Dawaco, dan moet deze eerst worden ingevoerd (Invoer – Meetpunten-Grondwaterkwaliteit – Tab: Parameters).
Lab. Monsterpunten
Functie: instellen en onderhouden van de codering van monsterpunten.
Figuur 21: Scherm lab.monsterpunten. (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Initialiseer | Maakt monsterpuntcodes aan als Meetpuntcode+Filternummer met de volgende opties:
|
Import | Importeert de monsterpuntcode per filter. |
Export | Exporteert de filters met hun monsterpuntcode. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Veel laboratoria bieden de filteridentificatie niet aan als een meetpuntcode en filternummer, maar als een monsterpunt. Voorbeeld:
- Meetpunt: B18C0034.
- Filter: 1.
- Monsterpunt: B18C0034–1, B18C0034F1 of B18C0034–F1.
Dawaco biedt functionaliteit om het monsterpunt vast te leggen per filter.
Werkwijzen
Selecteer een filter.
Voer de monsterpuntcode in.
Opmerkingen
Filters kunnen niet worden toegevoegd of worden gewijzigd.
Meetvoorschriften
Functie: onderhouden van de tabel meetvoorschriften.
Figuur 22: Scherm meetvoorschriften (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Import | Importeert de codering en toelichting. |
Export | Exporteert de codering en toelichting. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Laboratoria geven in het lijst-formaat op verzoek het gebruikte meetvoorschrift aan. De importoptie Metingen – Lijst biedt de optie het meetvoorschrift op te slaan bij de meting. Onbekende meetvoorschriften worden toegevoegd aan deze tabel. De gebruiker kan hierop een toelichting geven met behulp van deze optie.
Metingen – Lijst
Functie: import van grondwaterkwaliteitsmetingen in de vorm van lijsten.
Figuur 23: Scherm import metingen - lijst (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Defaults | Defaults zijn beschikbaar voor:
|
Auto | Als een laboratorium altijd de informatie in hetzelfde formaat aanbiedt, dan kan dit in een template worden vastgelegd. De functie van Auto biedt de mogelijkheid om de automatische toekenning van kolommen van een csv-bestand aan de velden van Dawaco per laboratorium vast te leggen en te selecteren. Zie figuur 22. |
Par.lijst | Alternatieve manier voor het aanmaken van een lab.methoden conversietabel. Zie figuur 23 op volgende pagina. |
Opmerkingen:
Achtergrond
De optie importeert csv-bestanden in lijst-formaat. Hieronder wordt verstaan, dat de informatie van 1 meting in 1 regel wordt aangeboden. De aanbevolen methode.
Aantal bestanden
Opties:
- Meerdere bestanden
De optie kan gebruikt worden als er meerdere bestanden in een folder worden geïmporteerd. De opmaak moet gelijk zijn voor alle bestanden.
- 1 bestand
Alleen het geselecteerde bestand wordt geïmporteerd.
Berekende parameters
Bij het aanvinken wordt de lijst met beschikbare berekende parameters getoond. Deze kunnen tijdens de import worden berekend.
Monsters
Tijdens de import worden automatisch de benodigde monsters aangemaakt.
In de verwijderopties worden monsters automatisch verwijderd als hieraan geen metingen meer zijn verbonden.
Code meetpunt
De identificatie van het filter kan op 2 manieren worden opgegeven:
- Code meetpunt + Filternummer.
- Monsterpunt.
In het laatste geval moet het gelezen monsterpunt voorkomen in de tabel conversieLab. monsterpunten. Zie deze tab.
Gebruik conversie laboratorium
Het is verplicht om de parameterconversie uit te voeren met een conversietabel. Zie: Tab: Lab.methoden.
Figuur 24: Selecteren en aanmaken van templates per laboratorium
Figuur 25: Aanmaken conversietabel uit CSV-bestand (klik om te vergroten)
Drukknoppen | Functionaliteit |
Parameters | Toont de lijst met beschikbare parameters. |
Eenheid | Toont de beschikbare eenheden van de parameter. |
Eenheid ok | Zet de eenheid op ok, ook als deze niet kon worden gevonden. |
Verwijder | Verwijderd de koppeling van de parameter. |
Ken toe | Plaats de geselecteerde Dawaco parameter bij de actieve parameter van het csv-bestand. |
Opmerkingen:
Achtergrond
Het aanmaken van een conversietabel voor een laboratorium is vaak tijdrovend. Deze optie komt daaraan tegemoet. Op het moment dat op Par.lijst wordt geklikt, wordt de kolom voor de parameter gelezen en optioneel de kolom voor de eenheid.
Bij elke gelezen parameter wordt een Dawaco parameter gezocht op basis van de naam, afkorting of synoniem van de parameters, zoals vastgelegd in de Dawaco parametertabel.
Werkprocedure
- Klik op “Par.lijst”.
Het scherm “Definitie conversietabel”wordt getoond. Alle aan Dawaco parameters gekoppelde namen worden getoond. Als de eenheid ook bekend is, dan wordt dit in de laatste kolom met groen aangegeven. Niet koppelbare stoffen worden met rood gemarkeerd en als een eenheid niet gevonden is, is de markering oranje. - Klik op “Parameters”.
Door op “Parameters”te klikken wordt het scherm “Beschikbare parameters”getoond. Parameters in het geel zijn afkortingen en in het oranje synoniemen. - Selecteer een niet gekoppelde parameter in de lijst “Definitie conversietabel”(rode parameter).
- Selecteer een parameter uit de tabel “Beschikbare parameters”.
- Klik op “Ken toe”.
Nadat alle parameters zijn toegekend, worden de eenheden gecontroleerd (oranje parameters). Er zijn twee opties:
- Klik op “Eenheid”.
De beschikbare eenheden van de Dawaco parameter worden getoond. Selecteer de gewenste eenheid en klik op “Selecteer”. - Klik op “Eenheid ok”.
De oranje kleur wordt vervangen door de groene kleur.
Bewaren van de conversietabel
- Lab.
Nadat alle parametereenheden correct zijn, wordt de code en naam van het laboratorium opgegeven. - Klik op “Bewaar”.
De conversietabel wordt aangemaakt. Als deze al bestaat, dan wordt gevraagd of de tabel moet worden herschreven. Door met Ja te antwoorden worden de bestaande tabel eerst leeg gemaakt en vervolgens geschreven.
Opmerking
Het is niet verplicht om alle parameters toe te kennen. Niet gekoppelde parameters zullen tijdens de import als onbekend worden gerapporteerd in het logbestand.
Metingen - Matrix
Functie: importeren van de grondwaterkwaliteitsgegevens uit CSV-bestanden in matrix formaat.
Figuur 26: Importscherm – Metingen in matrix-formaat (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Achtergrond
De optie importeert CSV-bestanden in matrix-formaat. Hieronder wordt verstaan, dat de informatie van 1 monster in 1 regel wordt aangeboden. Naast de identificatie van het monster, worden een rij met parameters aangeboden.
Definitie algemeen
Nadat een bestand is geselecteerd, worden de gelezen kolommen getoond. De gebruiker kan in het rijtje daarnaast de verschillende kolomnummers opgeven:
- Kolom monsterpunt
Het nummer van de kolom in het csv-bestand, waarin de monsterpunten worden aangeboden. De gelezen monsterpunten moeten voorkomen in de tabel van tab: “Lab.monsterpunten”.
- Kolom meetpuntcode en filternummer
Het nummer van de kolommen van het csv-bestand, waarin de code van het meetpunt en het filternummer zijn opgenomen. De identificatie gaat of per meetpuntcode + filternummer of per monsterpunt.
- Kolom datum
De datum van monstername moet geschreven zijn als dd-mm-jjjj.
- Kolom LIMS-code en opmerking
Deze kolommen zijn optioneel.
- Kolom 1steparameter
Het nummer van de kolom, waarin het eerste gegeven van een parameter staat.
- Regel 1stemp
Regel waarin de eerste gegevens staan. Dit is normaal gesproken regel 2.
Parametergroep
De gewenste parametergroep. De volgorde van de parameters in de groep moeten overeenkomen met de parameter in het CSV-bestand. Ook moet het aantal parameters overeenkomen met het aantal parameters in het CSV-bestand. Eventuele eenheidsconversie is vastgelegd in het nummer van de eenheid in de groep.
Aantal kolommen per parameter
Er worden 4 parameters opgegeven:
- Aantal kolommen per parameter.
- Kolom waarde.
- Kolom detectie teken (<).
- Kolom detectielimiet.
Zie voor een toelichting de tabel hieronder.
Aanleverend lab
De code van het aanleverende lab. Het enige gebruik is, dat de code van het lab. wordt opgeslagen bij de meting.
Betrouwbaarheid
De gewenste betrouwbaarheid van de geïmporteerde metingen. Dit is normaal gesproken “Niet gevalideerd”.
Bepaal berekende parameters
Tijdens het aanvinken worden de beschikbare berekende parameters getoond. De gebruiker bepaalt welke parameters er tijdens de importprocedure worden berekend.
Start import
De kolommen van het CSV-bestand worden getoond naast de parameter van de groep. Als deze correct zijn, dan kan de import worden gestart.
Gebruik DEF bestand in plaats van parametergroep
De optie biedt een alternatief voor het gebruik van parametergroepen. Aangevinkt wordt bij de Start van de import een toekenningscherm getoond. De vorm en het gebruik is hetzelfde als bij de import van lijstbestanden. Zie voor het gebruik daarom figuur 23 en de daar onderstaande opmerkingen.
Met de knop “Parameters” kan in de Dawaco parameter lijst worden gezocht. Een pop-up wordt geopend waarin gezocht kan worden. De witte gekleurde parameters zijn originele van de lijst, geel gekleurd zijn afkortingen en oranje zijn synoniemen. Met de knop “Ken toe” wordt de geselecteerde parameter toegevoegd. Vervolgens dient de eenheid van de parameters gecontroleerd te worden. De kleuren helpen om bij te houden welke al gecontroleerd zijn (groen is ok, oranje nog niet gecheckt, rood niet ok).
Met de knop “eenheid” kan aangepast worden wat de eenheid is van de in te voeren data. Er kan gewisseld worden tussen de drie ingestelde eenheden van de parameterlijst.
Na klikken op “bewaar” worden de instellingen bewaard in een “def-bestand” in dezelfde folder, waarin het importbestand is geplaatst. Vervolgens komt een vraag of de data ingevoerd moet worden.
Figuur 27: instellen Definitie bestand
Voorbeeld:
Importbestand = Gegevens_Perceel1_2015.csv.
Def-bestand = gegevens_perceel1_2015.def.
Monsters
Functie: importeren van monsters.
Figuur 27: Importscherm monstergegevens (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Tijdens de import van metingen in lijst- of matrix-formaat worden de monsters aangemaakt. Hiervoor hoeft deze optie niet gebruikt te worden.
De optie wordt gebruikt om achteraf de LIMS-code of de opmerkingen over het monster aan het monster toe te voegen. De meest gebruikte databankoptie is dan ook “Herschrijf kolommen”.
Verwijderen
De databankoptie “Verwijder” mag gebruikt worden om een reeks monsters uit het bestand te verwijderen. De optie verwijdert ook de metingen!
Uitvoer
Tonen
Functie: tonen van de grondwaterkwaliteit.
Figuur 28: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Weergave optie: Per parameter (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Inspecteren van de grondwaterkwaliteit gegevens per parameter.
Componenten van het scherm
- Periode
De periode bepaalt welke gegevens er worden getoond. De periode is instelbaar. - Filters
De filter met grondwaterkwaliteitsgegevens. Het kan zijn dat er filters worden getoond, die in de opgegeven periode geen gegevens hebben. - Kleur weergave
De bepaalt de kleurweergave van de metingen- Geen
Geen kleurweergave. - Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de metingen worden getoond. - Detectiewaarden
Metingen onder of boven de detectiewaarden met een kleur gemarkeerd. - Classificatie
De klasse van de metingen worden getoond. In het figuur worden de kleuren van de klassen ook weergegeven.
- Geen
- Parameter weergave
- Dynamisch
Alle parameters van een monster worden getoond. - Statisch
De gebruiker kan de weer te geven parameters beperken. Hiervoor wordt een lijst met parameters getoond, waarin de gebruiker de gewenste parameters kan aanvinken. - Parametergroep
De gebruiker kan een parametergroep selecteren. Alleen de parameters van de groep worden getoond. - Classificatie
De optie is alleen beschikbaar als bijKleur weergaveclassificatie is getoond. Alleen de parameters van de classificatie worden getoond.
- Dynamisch
- Parameters
De beschikbare parameters worden getoond. Bij de overgang naar een ander filter, wordt geprobeerd de parameter vast te houden. Dit lukt niet als er geen metingen zijn voor de parameter bij een volgend filter. - Metingen
De metingen van de actieve parameter wordt getoond. - Figuur
In het figuur worden de metingen van de actieve parameter getoond optioneel met een classificatie.- Metingen onder de detectiegrens zijn gemarkeerd door een driehoekje.
- Metingen boven de rapportagewaarde zijn gemarkeerd door een driehoekje naar beneden.
- Geselecteerde filters
Het is mogelijk om de gegevens van meerdere filters weer te geven. Selecteer met > het actieve filter. Bij de overgang naar een volgend filter, worden ook de gegevens van het geselecteerde filter getoond. Als er meerdere filters in de lijst worden opgenomen, dan wordt de tijdlijn van het actieve filter in de lijst weergegeven. Filters kunnen aan de lijst worden toegevoegd (>), verwijderd (<) of allemaal worden verwijderd (<<).
Figuur 29: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Weergave optie: Matrix (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Inspecteren van de grondwaterkwaliteit gegevens in matrix vorm.
Componenten van het scherm
- Periode
De periode bepaalt welke gegevens er worden getoond. De periode is instelbaar - Filters
De filter met grondwaterkwaliteitsgegevens. Het kan zijn dat er filters worden getoond, die in de opgegeven periode geen gegevens hebben. - Kleur weergave
De bepaalt de kleurweergave van de metingen- Geen
Geen kleurweergave - Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de metingen worden getoond - Detectiewaarden
Metingen onder of boven de detectiewaarden met een kleur gemarkeerd - Classificatie
De klasse van de metingen worden getoond. In het figuur worden de kleuren van de klassen ook weergegeven.
- Geen
- Parameter weergave
- Dynamisch
Alle parameters van een monster worden getoond. - Statisch
De gebruiker kan de weer te geven parameters beperken. Hiervoor wordt een lijst met parameters getoond, waarin de gebruiker de gewenste parameters kan aanvinken - Parametergroep
De gebruiker kan een parametergroep selecteren. Alleen de parameters van de groep worden getoond. - Classificatie
De optie is alleen beschikbaar als bijKleur weergaveclassificatie is getoond. Alleen de parameters van de classificatie worden getoond.
- Dynamisch
Navigeren
In de matrix kan via de pijltjestoetsen worden genavigeerd.
Pijltje naar links in het eerste getoonde monster, wordt het voorgaande monster getoond. Pijltje naar rechts in het laatste getoonde monster resulteert in de weergave van het volgende monster. Onder de matrix is met een lijn aangegeven of er nog voorgaande of opvolgende monsters beschikbaar zijn.
Dubbelklik
Alle gegevens van een meting kunnen worden bekeken door een dubbelklik op de meting.
Figuur 30: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Weergave optie: Grafieken (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Gebruik
Inspecteren van de relatie tussen 2 of meerdere parameters in grafiekvorm.
Componenten van het scherm
- Periode
De periode bepaalt welke gegevens er worden getoond. De periode is instelbaar - Filters
De filter met grondwaterkwaliteitsgegevens. Het kan zijn dat er filters worden getoond, die in de opgegeven periode geen gegevens hebben. - Kleur weergave
De bepaalt de kleurweergave van de metingen- Geen
Geen kleurweergave - Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van de metingen worden getoond - Detectiewaarden
Metingen onder of boven de detectiewaarden met een kleur gemarkeerd - Classificatie
De klasse van de metingen worden getoond. In het figuur worden de kleuren van de klassen ook weergegeven.
- Geen
- Grafieken
Voor zowel de bovenste als onderste grafiek kan een parameter worden geselecteerd. Deze blijft gehandhaafd totdat een andere parameter wordt gekozen. Voorbeeld Egv-Veld en Egv-Lab
- Parameterselectie per groep
Een alternatief voor het selecteren van een parameter voor de bovenste of onderste grafiek is het selecteren van een parametergroep. Voorbeeld (zie figuur 28):- Onderste grafiek – Som kationen
- Bovenste grafiek – De parametergroep kationen (Na, Ca, K, …).
Figuur 31: Toon scherm grondwaterkwaliteit – Gebruik parametergroep (klik om te vergroten)
Rapportages – Grondwaterkwaliteit
Hoofdmenu | Uitvoer | |
Menuoptie | Uitvoer – Rapportages | |
Tab | Grondwaterkwaliteit | |
Opties: | ||
1 | Beschikbaarheid | Het aantal monsters per filter en parameter |
2 | Per monster | Alle metingen per monster in een lijst. |
3 | Per par.groep | Alle metingen van een parametergroep per monster, jaar of periode. |
4 | Selectie pars | Als optie 3. De lijst met beschikbare parameters wordt eerst opgesteld. |
5 | Classificatie | Alle metingen van een classificatie per monster, jaar of periode inclusief de klasse. |
6 | “> detectie” | Alle metingen van een parametergroep in een lijst, waarvoor geldt dat de waarde groter is dan de detectielimiet. |
7 | Statistiek per parameter | Per geselecteerde parameter het aantal metingen, de min/max en 3 percentielwaarden. Ook wordt het aantal verschillende detectiegrenzen gerapporteerd. |
8 | Tijdlijnen | Grafiek met de tijdlijnen per parameter en filter. |
Figuur 21: Selectiescherm rapportage boorgegevens(klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Tijdlijnen
Er mogen meerdere filters per parameter worden geselecteerd, maar ook meerdere parameters per filter.
Rapportages – Kaarten
Hoofdmenu | Uitvoer | |
Menuoptie | Uitvoer – Rapportages | |
Tab | Kaarten | |
Opties: | ||
6 | Gwk | Grondwaterkwaliteitskaart per parameter. |
7 | Gwk – Referentie | Grondwaterkwaliteitskaart per parameter, waarbij het verschil tussen de meetwaarden in 2 perioden wordt weergegeven (grondwaterkwaliteitsverandering). |
8 | Gwk – Classificatie | Grondwaterkwaliteitskaart, waarin de klasse wordt weergegeven |
9 | Gwk – Classificatie – Referentie | Grondwaterkwaliteitskaart, waarin het verschil in de klasse tussen 2 perioden wordt weergegeven. |
10 | Gwk - >detectie | Grondwaterkwaliteitskaart waarin het aantal verschillende parameters boven de detectiegrens wordt weergegeven (probleemstoffen kaart). |
Figuur 33: Selectiescherm kaarten (klik om te vergroten)
Opmerkingen:
Wiskunde
Als bij het berekenen van de waarde voor een meetpunt, meerdere filters of monsters betrokken zijn, dan wordt de waarde berekend als het gemiddelde, de hoogste of recentste meting. Deze waarde wordt gepresenteerd of als toetswaarde gebruikt bij classificaties.
Gwk
Grondwaterkwaliteitskaart
Het is toegestaan om meerdere parameters in de selectie op te geven. Bij de kaartweergave wordt dan bepaald, welke parameter er op de kaart wordt geplaatst.
Gwk – Referentie
Kwaliteitsverandering - kaart
De verwerking is gelijk aan de grondwaterkwaliteitskaart, alleen dit wordt gedaan voor 2 perioden en het verschil wordt gerapporteerd. De optie is toegevoegd om de invloed van beleid te monitoren (afname nitraat).
Gwk – Classificatie
Grondwaterkwaliteitsclassificatie kaart
Als er meerdere parameters worden aangeboden, dan wordt de hoogste klasse gerapporteerd.
Gwk – Classificatie – Referentie
Classificatie verandering – kaart
De klasse wordt per meetpunt bepaald conform de voorgaande optie. Dit wordt echter voor 2 perioden gedaan en het verschil tussen de klassen wordt gerapporteerd. Ook deze optie is toegevoegd om de invloed van beleid te monitoren.
Gwk – Detectie
“Probleemstoffen” kaart
De optie is opgenomen om de verspreiding van probleemstoffen weer te geven. De optie is geschikt voor pesticiden, afbraakproducten van medicijn en andere nieuwe stoffen. Deze parameters zijn een probleemstof als de meetwaarde boven de detectiegrens val.
Gerapporteerd wordt het aantal parameters met minimaal 1 meting boven de detectiegrens.
Commenting is not enabled on this course.